Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijfsnaam]
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Uitleg aub”.[gedaagde] heeft daarop het volgende geantwoord:
“Takken van de bomen”.
“
De kantonrechter begrijpt het overig gevoerde verweer van Van der Valk aldus, dat zij een beroep doet op verrekening. Van der Valk heeft aangevoerd dat zij een schadepost heeft van € 3.307,83 in verband met dakschade van de door Van der Valk (lees: [gedaagde] ; toevoeging kantonrechter)
gehuurde bus (…). Voor verrekening is ingevolge artikel 6:136 BW geen plaats nu de gegrondheid van het verrekeningsverweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen. (…) Dit verweer wordt dan ook verworpen.”
3.De vordering
4.Het verweer
De kantonrechter te Haarlem heeft in het vonnis van 30 september 2020 al over de door Van der Valk geclaimde schade beslist. Deze beslissing is tussen partijen bindend en in dit geding kan hiervan niet worden afgeweken (gezag van gewijsde).
Van der Valk levert geen bewijs van haar stelling dat de gevorderde schade is ontstaan gedurende de periode dat [gedaagde] de touringcar heeft gehuurd. Het door [gedaagde] overgelegde fotomateriaal is onduidelijk en kan ook zien op een andere bus.
Bij gebrek aan bewijs betwist [gedaagde] de schade aan de touringcar te hebben veroorzaakt.
Nadat partijen in september 2018 kort via WhatsApp over de beschadiging hadden gecommuniceerd, heeft Van der Valk pas in de in 2020 gevoerde procedure bij de kantonrechter te Haarlem jegens [gedaagde] aanspraak gemaakt op vergoeding van schade. Door dit tijdsverloop heeft [gedaagde] niet de mogelijkheid gehad om een expertise in te stellen, eventueel zelf tot herstel over te gaan of een beroep te doen op zijn verzekering.
Daarnaast is het vreemd dat Van der Valk deze volgens haar in september 2018 veroorzaakte beschadiging pas in april 2019 laat herstellen. [gedaagde] betwijfelt of de in april 2019 gedane reparatie ziet op de in september 2018 beschadigd geraakte touringcar. De factuur van deze reparatiekosten voldoet niet aan de door de Belastingdienst gestelde eisen.
De algemene voorwaarden van Van der Valk heeft [gedaagde] nimmer aanvaard en [gedaagde] is geen contractuele rente verschuldigd.
5.De beoordeling
Daarbij komt dat de factuur van de herstelwerkzaamheden melding maakt van het kenteken van de touringcar en [gedaagde] niet heeft betwist dit kenteken hoort bij de betreffende touringcar. De kantonrechter ziet geen aanleiding om aan de juistheid van de factuur op dit punt te twijfelen. Dat Van der Valk enige tijd heeft gewacht met het herstellen van deze schade, doet hier niet aan af. Van der Valk heeft hierover aangevoerd dat zij de touringcar niet eerder kon missen, vanwege aanvragen van klanten. Deze uitleg komt de kantonrechter niet onlogisch voor. Ook [gedaagde] is na het ontstaan van de beschadiging gebruik blijven maken van de touringcar.