2.9.De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten omdat eiseres het beroep heeft ingesteld om verweerder te bewegen een beslissing op haar bezwaar te nemen. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 374,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 0,5).
Het bestreden besluit van 15 juli 2020
3. Aan het ontslag ligt het volgende ten grondslag:
a. het niet op de juiste wijze reageren, overeenkomstig de gedragscode, naar aanleiding van twijfels ontstaan over de integriteit van de [functie 2] ;
b. eigenstandig, met enkele directe collega’s, bepalen of en hoe de ontstane twijfels over de integriteit van de [functie 2] te onderzoeken;
c. eiseres heeft in totaal op 17 september 2019 negentien keer niet-functioneel, onrechtmatig, de GBA-V geraadpleegd en de gegevens van de [functie 2] en vier meerderjarige en vier minderjarige familieleden ingezien tussen 13.59 uur en 15.37 uur;
d. na deze onrechtmatige raadplegingen in de GBA-V heeft eiseres niet alsnog zo spoedig mogelijk melding gemaakt en/of de situatie intern bespreekbaar gemaakt en direct gemeld dat zij in strijd met de voorschriften had gehandeld. Dit is wel wat van eiseres als goed ambtenaar had mogen worden verwacht;
e. eiseres heeft met haar collega’s [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] gesproken over hun onrechtmatige raadplegingen in de GBA-V. Ook hiervan heeft zij niet direct melding gemaakt;
f. eiseres heeft op 17 oktober 2019 niet volledig openheid van zaken gegeven over haar raadplegingen en/of niet (geheel) feitelijk juist verklaard;
g. eiseres heeft in strijd gehandeld met geheimhoudings- en beveiligingsverklaring GBA-V en ook met haar geheimhoudingsplicht als ambtenaar;
h. eiseres heeft de op 17 oktober 2019 gegeven dienstopdracht genegeerd.
4. In beroep voert eiseres - kort samengevat - de volgende gronden aan:
- eiseres erkent dat zij op 17 september 2019 de GBA-V heeft geraadpleegd, maar zij heeft overeenkomstig de gedragscode al op 10 september 2019 de [functie 2] aangesproken op haar gedrag en vervolgens op 13 september 2019 de teamleider. Op 24 september 2019 is de vertrouwenspersoon ingeschakeld. Zij is van 20 september 2019 tot 1 oktober 2019 op vakantie geweest. Daarna heeft zij de raadpleging op 1 oktober 2019 gelijk gemeld;
- eiseres betwist de gedragscodes niet te hebben nageleefd;
- eiseres betwist dat zij op de hoogte was van de raadpleging van collega [naam 8] op 17 september 2019. Ook heeft zij in verband met haar vakantie niet eerder melding kunnen doen bij de leiding. Zij acht zich niet verantwoordelijk voor de handelingen van haar collega’s. Eiseres betwist dat zij de voortrekker van de groep was en haar collega’s heeft aangezet tot bepaald handelen;
- haar verklaringen worden zonder fundering in twijfel getrokken. Eiseres heeft de [functie 2] niet willen beschuldigen zonder zekerheid hierover te hebben. Zij betwist dat zij haar weg wilde hebben;
- eiseres betwist dat zij de informatie heeft gedeeld met haar echtgenoot. Enkel het filmpje op Facebook en de escalerende situatie zijn besproken;
- eiseres betwist dat zij een dienstopdracht niet heeft opgevolgd. Ten tijde van het inzetten van de groepscoach was het raadplegen van de GBA-V reeds bekend. De dienstopdracht was onredelijk..
Eiseres kon zich alle feiten en omstandigheden in ogenschouw nemend niet aan deze dienstopdracht houden;
- verder stelt eiseres dat het plichtsverzuim haar niet valt aan te rekenen. Zij kon onder de gegeven omstandigheden niet anders. Zij heeft meerdere keren geprobeerd de misstanden op de juiste manier aan de orde te stellen. Tijdens haar vakantie is de situatie geëscaleerd. De dynamiek van het team wordt haar ten onrechte aangerekend. Zij heeft gehandeld uit wanhoop. Zij kon niet anders;
- drie collega’s hebben hiervoor slechts een berisping gekregen.
5. De rechtbank overweegt als volgt.