ECLI:NL:RBNHO:2021:6809
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland. Eiseres ontving sinds 1 december 2017 een uitkering op grond van de Participatiewet (Pw) als alleenstaande ouder. In november 2019 heeft verweerder de uitkering beëindigd en teruggevorderd, omdat zij volgens verweerder niet duurzaam gescheiden leefde van haar echtgenoot, die in het buitenland verbleef. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij betwistte dat zij niet duurzaam gescheiden leefde en stelde dat verweerder onvoldoende onderzoek had gedaan naar haar situatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de onderzoeksbevindingen van verweerder onvoldoende grondslag bieden voor de conclusie dat eiseres en haar echtgenoot niet duurzaam gescheiden leefden. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van eiseres, die stelde dat zij in een echtscheidingsprocedure was verwikkeld en dat haar echtgenoot haar financieel niet ondersteunde, meer gewicht moesten krijgen dan de verklaringen van de echtgenoot. De rechtbank concludeerde dat verweerder ten onrechte de uitkering had ingetrokken en teruggevorderd, en heeft het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft de primaire besluiten herroepen en bepaald dat de beëindiging van de uitkering ongedaan wordt gemaakt.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres en het betaalde griffierecht vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en het verzamelen van voldoende bewijs door de bijstandsverlenende instantie voordat tot intrekking van een uitkering wordt overgegaan.