Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘De medewerker welzijn gaat op basis van professionaliteit in overleg met de (wijk)bewoners om de welzijnsvraag in volle breedte uit te voeren en waar nodig het welzijnspakket bij te stellen. Het organiseren, faciliteren en bieden van ondersteunende en activerende begeleiding op het gebied van welzijn van wijkbewoners waarbij de eigen regie en zelfredzaamheid voorop staat. Het zorgleefplan wordt nageleefd en waar nodig ondersteunt de medewerker welzijn (wijk)bewoners bij dagelijkse persoonlijke verzorging tijdens activiteiten.’
‘Ik hoor veel verhalen over haar. Soms via via en paar collega’s heb ik direct van hun gehoord. Door mijn positie heb ik alleen ze een luisterende oor gegeven en geadviseerd om met hun leidinggevende te gaan praten. Nu heb ik het zelf meegemaakt, heb ik tot zelf reflectie gekomen om dit niet te accepteren. Haar slachtoffer gedrag en omdraaien van verhalen speelt dit heel lang. Bij deze wil ik hier een melding van maken, omdat dit geen werkbaar situatie is. Ik verwacht wel een terugkoppeling van deze melding.’
Wat ik zeker begrijp is je emotie en angst voorlopig van je werk op [locatie 1] gehaald te worden, ik heb je gezegd dat ik, in het belang van de bewoners, hoop dat het ons lukt goede afspraken te maken.’
‘Vanmiddag heb ik telefonisch [werkneemster] gesproken. Ik heb haar aangegeven dat het wat ons betreft verstandig is dat zij vanaf hedentijdelijkniet meer op [locatie 1] werkt. De reden hiervan is dat het jullie momenteel niet lukt om op één lijn te komen en dat er door de huidige omstandigheden helaas onvoldoende tijd en energie is om hieraan te werken. Ik wil bij deze graag benadrukken dat [werkneemster] graag op [locatie 1] had blijven werken. (…) wij hebben beiden uitgesproken dat wij de intentie hebben om [werkneemster] in de (nabije) toekomst weer terug op haar plek in [locatie 1] te krijgen.’
‘ [teamcoach 1] geeft aan niet in te willen gaan op details van het incident en de gesprekken die daarna volgden. Wel geeft hij aan dat nadat de beslissing is genomen om [werkneemster] voor onbepaalde tijd weg te halen van [locatie 1] er van verschillende kanten, op verschillende manieren verontrustende signalen en emoties naar voren zijn gekomen, welke hij als (interim) locatiemanager serieus moet nemen. [leidinggevende] vult aan dat het zomaar terugkeren op [locatie 1] , terwijl er signalen zijn dat er veel dingen spelen, geen optie is. Er zal (onafhankelijk) onderzocht moeten worden wat er daadwerkelijk speelt, wie daarbij zijn betrokken en of er tussen de betrokken teamleden die hun zorgen schriftelijk hebben geuit en [werkneemster] wederzijds nog voldoende grond is om tot een vruchtbare samenwerking te komen. (…) [leidinggevende] stelt voor om mediation in te zetten om onafhankelijk te bemiddelen tussen [werkneemster] en de betrokken collega’s op locatie. Er wordt aan [werkneemster] voorgesteld om tijdens dit traject nog werkzaam te blijven op [locatie 2] . Dat is echter geen duurzame oplossing, aangezien daar geen formatie- of vacatureruimte is. Vooralsnog is die er op geen enkele andere locatie binnen de organisatie. Eerste insteek van mediation is derhalve te onderzoeken of terugkeer naar [locatie 1] mogelijk is en wat hier dan voor nodig is. (…) [werkneemster] geeft aan open te staan voor een mediation-traject.’
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
tijdelijkzou worden overgeplaatst naar een andere locatie. Hieronder zal -bij de bespreking van de g-grond- worden overwogen dat Viva! Zorggroep onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat van haar niet verwacht kon worden dat zij haar toezegging gestand deed (en doet).
‘ [werkneemster] had nog op [locatie 1] gewerkt als [teamcoach 1] niet op deze locatie was komen werken’ en ‘ [werkneemster] is het kind van de rekening geworden’.In ieder geval heeft de relatie met [teamcoach 1] geleid tot de overplaatsing van [werkneemster] naar [locatie 2] . Op 19 maart 2020 was Viva! Zorggroep immers nog niet bekend met de problemen die de vijf andere collega’s met [werkneemster] hadden. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de g-grond zal gelet op het voorgaande worden afgewezen
De kantonrechter ziet niet in waarom [werkneemster] niet terug kan terugkeren naar [locatie 1] .
Ook plaatst de kantonrechter vraagtekens bij de stelling van Viva!Zorggroep dat op [locatie 2] geen formatie voorhanden is; [werkneemster] heeft immers onweersproken aangevoerd dat 3 van haar 4 collega’s op korte termijn [locatie 2] zullen verlaten.