ECLI:NL:RBNHO:2021:6293

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
C/15/281581 / HA ZA 18-764
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake waardering aandelen in het kader van deskundigenonderzoek tussen New Wave Group AB en Van der Spruit Beheer B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2021 een vonnis gewezen in een civiele procedure tussen New Wave Group AB, eiseres, en Van der Spruit Beheer B.V., gedaagde. De zaak betreft de waardering van aandelen van VDS Beheer in Intraco Holding, waarbij een regiezitting heeft plaatsgevonden om het te verrichten deskundigenonderzoek te bespreken. De rechtbank heeft specifieke punten vastgesteld die van belang zijn voor het deskundigenonderzoek, waaronder de peildatum voor de waardering, de betrouwbare bron voor informatie, en de vraag of EY de financiële gegevens moet opstellen. De rechtbank heeft besloten dat de peildatum voor de waardering 17 oktober 2018 blijft, en dat partijen binnen vier weken een externe accountant moeten aanwijzen als betrouwbare bron. De rechtbank heeft ook de vraagstelling aan de deskundige vastgesteld, waarbij de waarde van de aandelen op basis van de DCF-methode moet worden bepaald. Het vonnis bevat verder bepalingen over de verplichtingen van partijen en de procedure voor het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/281581 / HA ZA 18-764
Vonnis van 14 juli 2021
in de zaak van
vennootschap naar buitenlands recht
NEW WAVE GROUP AB,
gevestigd te Ytterby, Zweden,
eiseres,
advocaten mr. H. Ruiter en L. Rietveld te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN DER SPRUIT BEHEER B.V.,
gevestigd te Castricum,
gedaagde,
advocaten mr. C.P.B. Kroep en S. Erkel te Enschede.
Partijen zullen hierna New Wave en VDS Beheer genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 26 augustus 2020,
  • het rolbericht van 19 januari 2021 met de akte in verband met regiezitting van New Wave met producties 7 en 8,
  • het rolbericht van 22 januari 2021 met de akte overlegging productie van New Wave met productie 9,
  • de akte in verband met de regiezitting van VDS Beheer met producties A, B en C,
  • de brief van 10 februari 2021 van deskundige Buijsrogge met twee bijlagen,
  • de e-mail 15 februari 2021 van VDS Beheer met als bijlage een vonnis in kort geding van 9 februari 2021,
  • het proces-verbaal van comparitie van 17 februari 2021,
  • de akte uitlating aangaande vervolg deskundigenonderzoek van New Wave met producties 1 t/m 7,
  • de akte naar aanleiding van de regiezitting van 17 februari 2021 van VDS Beheer met producties 1 en 2,
  • de antwoordakte aangaande vervolg deskundigenonderzoek van New Wave met producties 8 en 9,
  • de antwoordakte naar aanleiding van de regiezitting van 17 februari 2021 van VDS Beheer met producties 1 t/m 10.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

In deze zaak heeft een regiezitting plaatsgevonden waar met de deskundige en partijen is gesproken over het te verrichten onderzoek voor de waardering van de aandelen van VDS Beheer in Intraco Holding. De rechtbank gaat in deze uitspraak in op de specifieke punten die van belang zijn voor dit deskundigenonderzoek. Ook bepaalt de rechtbank de definitieve vraagstelling aan de deskundige.

3.De verdere beoordeling

3.1.
Na de comparitie van 17 februari 2021 is de zaak naar de rol verwezen voor een akte door beide partijen waarin zij zich konden uitlaten over de volgende punten:
1. een alternatieve peildatum voor de waardering;
2. wie wordt de betrouwbare bron die de deskundige informatie zal aanleveren;
3. de vraag of EY de winst & verliesrekening tot peildatum en balans per peildatum van de diverse vennootschappen dient op te stellen;
4. de bereidheid en noodzaak dat New Wave de boekhouding van de vennootschappen uit Newbase aan VDS Beheer overlegt over de periode 1 augustus 2018 tot de peildatum;
5. de waardering op basis van een
stand aloneof een strategische koper. In het geval waardering zou moeten plaatsvinden op basis van een strategische koper, moet uitgewerkt worden wat dit concreet voor gevolgen heeft voor de waardering;
6. het voorstel van de deskundige om te komen tot een
pro rata parte-waardering;
7. de normalisaties die moeten plaatsvinden en de wijze waarop dat zou moeten gebeuren;
8. eventuele andere posten die bij de waardering zouden moeten worden meegenomen en op welke wijze dat moet gebeuren;
9. de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de deskundige.
3.2.
Na de comparitie hebben partijen zich bij aktes en antwoordaktes uitgelaten over voornoemde punten. Ook de deskundige heeft zich op genoemde regiezitting hierover uitgelaten. De rechtbank behandelt deze onderwerp hieronder puntsgewijs.
De peildatum voor de waardering
3.3.
New Wave voert in haar laatste aktes aan dat partijen in een eerder stadium al hebben ingestemd met de peildatum van 17 oktober 2018. In beginsel staat de peildatum daarom niet verder ter discussie. Het doel van de peildatum is ten eerste dat voor de waardering de boekhouding per die datum wordt gebruikt en ten tweede dat niet uitgegaan mag worden van feiten en wetenschap van na de peildatum. Alle feiten en wetenschap tot 17 oktober 2018 kunnen gebruikt worden in het kader van de waardering. Het is dan ook niet nodig dat de eerder overeengekomen peildatum wordt gewijzigd.
Als al aanleiding bestaat om de peildatum aan te passen (zodat deze op het eind van een maand valt) dan moet uitgegaan worden van de boekhouding per 31 oktober 2018. Deze datum ligt namelijk het dichtst bij de oorspronkelijke peildatum. Als niet wordt uitgegaan van 31 oktober 2018 als peildatum, dan wordt voorgesteld om gebruik te maken van de boekhouding per 30 september 2018, omdat dit het einde van een kwartaal is en daarmee de voorkeur verdient boven 31 augustus 2018. In beide gevallen dient als
cut-offdatum (geen gebruik van feiten of wetenschap van na deze datum) 17 oktober 2018 gehanteerd te worden.
3.4.
VDS Beheer verzoekt in haar laatste aktes om 31 augustus 2018 als peildatum te hanteren. Reden hiervoor is dat deze datum dichtbij 4 september 2018 ligt (de datum waarop het conflict tussen partijen is gestart) en aan het einde van de maand ligt (en dus aangesloten kan worden bij de maandcijfers en de balans van die datum). De omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode van 4 september 2018 tot 17 oktober 2018 moeten niet meegenomen worden bij de waardering, omdat het voor VDS Beheer niet duidelijk is welke omstandigheden zich hebben voorgedaan in die periode.
3.5.
De rechtbank overweegt dat in het vonnis van 26 augustus 2020 is overwogen dat partijen overeenstemming hadden bereikt over het feit dat de peildatum voor de waardering van de aandelen 17 oktober 2018 moet zijn. Alleen in het geval van zwaarwegende belangen zal hiervan afgeweken worden. De deskundige heeft ter zitting aangegeven geen voorkeur te hebben voor een bepaalde peildatum (bijvoorbeeld aan het einde of begin van de maand). De rechtbank ziet in de door partijen aangevoerde argumenten geen zwaarwegende belangen tegen het gebruik van – de eerdere overeengekomen – peildatum van 17 oktober 2018. De rechtbank houdt dan ook de peildatum van 17 oktober 2018 aan.
De betrouwbare bron die de deskundige informatie zal aanleveren
3.6.
Volgens New Wave moet een betrouwbare bron de beschikking hebben over de (door de deskundige) gevraagde informatie. De heer [xxx] , financieel verantwoordelijke van Intraco Holding, is de enige die over voornoemde informatie beschikt. Een externe accountant, zoals EY, is niet geschikt omdat deze niet zelf over voornoemde informatie beschikt en de boekhouding niet bijhoudt en opstelt.
3.7.
Volgens VDS Beheer moet een onafhankelijke accountant de primaire bron zijn. De accountant moet alle communicatie open en transparant richten aan beide partijen en de deskundige. Intraco Holding kan niet als betrouwbare bron fungeren, omdat New Wave feitelijk doorslaggevende zeggenschap heeft over Intraco Holding (en haar medewerkers) terwijl zij in de procedures onvolledige informatie heeft verstrekt en verkeerde standpunten heeft ingenomen.
3.8.
De deskundige heeft op de regiezitting voorgesteld een accountant als betrouwbare bron aan te wijzen. Ook heeft hij aangegeven de voorkeur te hebben voor een accountant waar partijen het over eens zijn. De rechtbank volgt de deskundige hierin . Op die manier kijkt namelijk een derde, onafhankelijke partij naar de cijfers van Intraco Holding en haar deelnemingen en kan discussie tussen partijen over die cijfers worden vermeden. Dat niet de externe accountant EY maar Intraco Holding zelf (de heer [xxx] ) over alle relevante informatie beschikt, moge zo zijn, maar in het kader van de hier aan de orde zijnde waardering zal Intraco Holding de relevante gegevens aan de externe accountant moeten verstrekken en die ook de gelegenheid geven die informatie te verifiëren, voordat deze informatie aan de deskundige wordt verstrekt.
De rechtbank is van oordeel dat partijen in onderling overleg binnen vier weken na dit vonnis gezamenlijk een externe accountant moeten aanwijzen en de rechtbank daarover bij akte dienen te informeren. Indien zij niet tot overeenstemming komen dienen zij ieder in hun akte drie accountants voor te stellen. Vervolgens zal de rechtbank beslissen welke van de door partijen aangedragen accountants als betrouwbare bron zal dienen.
Dient EY de winst & verliesrekening tot peildatum en balans per peildatum van de diverse vennootschappen op te stellen?
3.9.
Volgens New Wave stelt een accountantskantoor, zoals bijvoorbeeld EY, niet zelf een winst & verliesrekening of balans op. De financiële afdeling van de vennootschap stelt deze op en de accountant controleert alleen of de cijfers een getrouw beeld geven van de werkelijkheid. EY heeft aangegeven niet vrij te staan om de winst & verliesrekening en balans te valideren vanwege strijd met de Audit Verordening. Ook wat betreft dit punt is het dus Intraco Holding, meer specifiek de heer [xxx] althans de financiële afdelingen van de onderliggende vennootschappen, die de winst & verliesrekening en balans aan de deskundige dient te verstrekken.
Het primaat van het onderzoek ligt overigens bij de deskundige. Dat geldt ook voor de beoordeling van de aangeleverde informatie. Als de deskundige aanleiding ziet om te twijfelen aan de validiteit van de informatie, kan hij daartoe zo nodig externe partijen inschakelen. Er bestaat op dit moment echter geen concrete aanleiding om een externe partij een rol te geven in de keten van informatieaanlevering van de deskundige.
3.10.
VDS Beheer is van mening dat de winst & verliesrekeningen tot peildatum en balansen per peildatum van Intraco Holding en alle dochtervennootschappen kunnen worden opgesteld door EY.
3.11.
De rechtbank stelt voorop dat uit de akte van New Wave blijkt dat het niet mogelijk is dat EY de benodigde winst & verliesrekening tot peildatum en balans per peildatum opstelt. De rechtbank is van oordeel dat deze zoals gebruikelijk door de financiële afdeling van de vennootschap moet worden opgesteld. De deskundige heeft aangegeven dat hij om discussies over de betrouwbaarheid van deze gegevens te voorkomen wenst dat deze gevalideerd worden. De rechtbank beslist daarom dat de op basis van 3.8 hiervoor aan te wijzen accountant de winst & verliesrekening tot peildatum en balans per peildatum van de diverse vennootschappen moet valideren en aan de deskundige moet verstrekken.
De bereidheid en noodzaak dat New Wave de boekhouding van de vennootschappen uit Newbase aan VDS Beheer overlegt over de periode 1 augustus 2018 tot de peildatum
3.12.
New Wave is bereid om alle informatie
aan de deskundigeaan te leveren voor zover zij daarover beschikt en voor zover de deskundige de informatie noodzakelijk acht voor het uitvoeren van het deskundigenonderzoek. Het is aan de deskundige om stukken op te vragen, niet aan VDS Beheer. Dat de deskundige een uitdraai van de integrale systemen van Intraco Holding nodig heeft, staat niet vast en is niet waarschijnlijk. Voor zover de deskundige informatie opvraagt in het kader van het deskundigenonderzoek, verzoekt New Wave dat de rechtbank partijen gebiedt om deze informatie vertrouwelijk te behandelen (en dus alleen wordt gebruikt ten behoeve van het deskundigenonderzoek). Als VDS Beheer over stukken wenst te beschikken dan dient zij hiertoe een vordering in te stellen via de daartoe aangewezen procedure.
3.13.
Volgens VDS Beheer moet New Wave de boekhouding
aan haaroverleggen, omdat zij niet over die informatie beschikt en er wel over moet beschikken om bijvoorbeeld de winst & verliesrekening tot peildatum en balans per peildatum te kunnen controleren en vragen te kunnen stellen aan de deskundige. Ook moet VDS Beheer kunnen beschikken over de maandelijkse resultaatsoverzichten van Intraco Holding en haar deelnemingen, zodat zij een prognose voor de periode na peildatum kan onderbouwen.
3.14.
De rechtbank is met New Wave van oordeel dat het aan de deskundige is om de door hem benodigde informatie op te vragen bij de betrouwbare bron (externe accountant). Als VDS Beheer stukken nodig heeft (bijvoorbeeld voor onderbouwing van een prognose), dan kan zij deze opvragen bij New Wave en/of Intraco Holding (of hiertoe een procedure instellen als de informatie niet op verzoek aan haar wordt verstrekt).
De waardering op basis van een stand alone of een strategische koper
3.15.
New Wave meent dat de waardering op
stand alonebasis de voorkeur verdient boven de waardering uitgaande van een strategische koper. Bij de waardering uitgaande van een strategische koper moeten namelijk veel assumpties gemaakt worden. Ook is een waardering op basis van die methode vrijwel onmogelijk, omdat er geen informatie beschikbaar is over een beursnotering. Dit betekent dat deze methode tot veel discussies kan leiden tussen partijen. Dat zou de voortvarende afwikkeling van de waardering in de weg staan. Van synergievoordelen aan de zijde van New Wave is geen sprake. Ten eerste omdat er geen overheadkosten wegvallen, want de administratie en bedrijfsvoering van New Wave en Intraco Holding zijn al op elkaar afgestemd. Ten tweede omdat de groepsdeelnemingen elkaars concepten al gebruiken waarvoor zij elkaar een vergoeding betalen. Ten derde omdat Intraco Holding geen concurrent is van New Wave, want zij zijn actief op verschillende markten.
3.16.
VDS Beheer meent dat van een waardering op basis van een strategische koper moet worden uitgegaan, omdat New Wave een strategische koper is die daarmee synergievoordelen verkrijgt. Door de verwevenheid tussen New Wave, Intraco Holding en haar deelnemingen vallen namelijk overhead kosten weg die Intraco Holding zelfstandig wel zou moeten maken in geval van een
stand alonekoper. Daar komt bij dat binnen de New Wave groep de deelnemingen gebruik maken van elkaars concepten, waardoor Intraco Holding voor New Wave een grotere waarde vertegenwoordigt dan een koper die zelf geen onderdeel is van deze groep. Ten slotte behaalt New Wave andere strategische voordelen als gevolg van de volledige samenvoeging, omdat Intraco Holding in feite een concurrente is van haar eigen activiteiten en door de overname van de aandelen een concurrent uit de markt haalt (wat niet het geval is bij een
stand alonekoper).
3.17.
De rechtbank volgt de deskundige in zijn voorstel om als waarderingssubject een koper te definiëren die de onderneming op
stand-alonebasis beschouwt. De synergievoordelen waar VDS Beheer op doelt, zijn onvoldoende onderbouwd tegenover de gemotiveerde betwisting van New Wave op dit punt. Daar komt bij dat vaststaat dat geen informatie beschikbaar is over een beursnotering waardoor waardering op basis van een strategische koper erg moeilijk of zelfs onmogelijk is. Het feit dat New Wave beursgenoteerd is, maakt dit niet anders omdat de aandelen van Intraco Holding (en niet die van New Wave) gewaardeerd moeten worden.
Het voorstel van de deskundige om te komen tot een pro rata parte-waardering
3.18.
Volgens New Wave kan alleen tot een redelijke en reële waardering worden gekomen als rekening wordt gehouden met de omstandigheden dat het aandelenpakket een minderheidsbelang vertegenwoordigt (
lack of control) en dat er een gebrek aan verhandelbaarheid bestaat (
lack of marketability). Dit volgt ook uit het overgelegde standpunt van PwC. Er moet dus niet tot een
pro rata partewaardering gekomen worden.
Als uitgegaan zou worden van een waardering uitgaande van een strategische koper, zou een
pro rata parte-waardering zelfs tegenstrijdig zijn, omdat bij de waardering dan wel rekening zou worden gehouden met synergievoordelen van een fictief bedachte koper (wat een waardestijging van de aandelen betekent) en niet met een minderheidsaandelenbelang (wat een waardedaling van de aandelen betekent).
3.19.
VDS Beheer meent dat gekomen moet worden tot een
pro rata parte-waardering, omdat dit in lijn is met de vaste rechtspraak van de Ondernemingskamer.
3.20.
De rechtbank volgt VDS Beheer in haar standpunt (dat de deskundige overigens ook deelt). Uit de rechtspraak van de Ondernemingskamer volgt namelijk dat de door New Wave genoemde ‘
lack of control’ en ‘
lack of marketability’ geen waardeverminderend effect (mogen) hebben en dat de waarde moet worden vastgesteld op een met het aandelenbezit evenredig deel. New Wave heeft niet gemotiveerd waarom deze standaard jurisprudentie niet gevolgd zou moeten worden.
De normalisaties
3.21.
New Wave voert aan dat niet zozeer gesproken moet worden over ‘normalisaties’, maar over ‘herstel van fouten in de boekhouding van Intraco Holding, althans elementen daarin die niet in lijn zijn met de geldende boekhoudkundige normen’. De volgende posten hadden niet in de boekhouding opgenomen mogen worden en dienen bij de waardering dus gecorrigeerd te worden:
er zijn vorderingen opgenomen vanwege intragroep transacties waarbij goederen gekocht zijn terwijl daarvoor de kosten niet in de boekhouding zijn opgenomen;
de voorraad is te hoog gewaardeerd;
er zijn vorderingen opgenomen vanwege uitgeleende bedragen en geleverde goederen waarvan altijd al duidelijk was dat hierop geen betaling zou komen;
rente op een lening van New Wave is als nog te ontvangen baten geboekt terwijl het een nog te betalen kostenpost betrof;
kosten die ten onrechte zijn geperiodiseerd.
De bij vonnis van 22 april 2020 toegewezen vorderingen zijn overigens niet per peildatum in de boeken geactiveerd en op dat punt hoeft de boekhouding dan ook niet gecorrigeerd te worden.
De door VDS Beheer aangedragen ‘normalisatiepunten’ zijn gebaseerd op feitelijke onjuistheden. Als ze al juist zouden zijn, zijn het balansneutrale transacties die dus geen impact hebben op de waarde van Intraco Holding. Het zijn dan ook geen normalisaties waarmee de deskundige rekening hoeft te houden.
3.22.
VDS Beheer meent dat zij niet in staat is aan te geven welke normalisaties moeten plaatsvinden, omdat zij (nog) niet beschikt over de volledige historische cijfers. VDS Beheer heeft de normalisatieposten benoemd waarmee zij momenteel wel bekend is:
in 2018 heeft Intraco Holding een bedrag van € 140.000,- aan reguliere groepsvergoedingen niet ontvangen als gevolg van een eenzijdig besluit van New Wave om de methodiek voor de concept fee vergoeding aan te passen;
New Wave voerde een aflossing van € 250.000,- vanuit Intraco Holding aan New Wave door op een doorlopend krediet waarmee de voorraden van Hema werden gefinancierd, terwijl er op deze lening geen aflossingsverplichtingen rustten;
New Wave heeft een betaling van € 82.260,- doorgevoerd ter betaling van de rente op de lening die New Wave in 2005 aan Intraco Holding had verstrekt, terwijl slechts 1/13e deel van dit bedrag aan heel 2018 kan worden toegerekend en dit gedeelte van het bedrag allang was verjaard;
Een aflossing van € 125.000,- op de Termloan op 30 juni 2018, waarvoor door VDS Beheer meermaals om uitstel is gevraagd;
De jaarrekening 2017 van Intraco Hong Kong Ltd is na het vertrek van VDS Beheer onterecht aangepast op het gebied van de omzet en kosten;
De jaarrekening 2017 van Intraco Trading BV is na het vertrek van VDS Beheer onterecht aangepast op het gebied van de rentelasten en soortgelijke kosten.
Bovendien dient de deskundige na te gaan of de jaarrekeningen 2017 en 2018 van Intraco Holding en haar deelnemingen volgens de bestendige gedragslijn zijn opgesteld.
De deskundige zal zich een oordeel moeten vormen over de vorderingen per peildatum waarover is geoordeeld in het vonnis van 22 april 2020.
De intragroep-vorderingen en vorderingen op derden die onderwerp zijn van het geschil tussen partijen moeten worden meegenomen bij de waardering voor zover zij een depreciërende werking hebben.
3.23.
De rechtbank overweegt dat de vraag of normalisaties of correcties moeten plaatsvinden afhangt van de vraag welke posten/voorzieningen opgenomen zijn in de nog op stellen balans per peildatum. Daarover kan de rechtbank nu nog niets zeggen. Zoals de deskundige in zijn brief (punt 3.3) heeft aangegeven, zal de deskundige over dit punt overleggen met de betrouwbare bron (externe accountant). De rechtbank gaat ervan uit dat, indien de deskundige hierover een oordeel van de rechtbank nodig heeft, hij de rechtbank hierover te zijner tijd zal benaderen, zodat de rechtbank daarover een oordeel kan geven.
Wat betreft de management fee heeft de deskundige ter zitting aangegeven dat hij (vanwege het geschil op dit punt) de management fee zelf zal inrichten en de hoogte ervan zal moeten bepalen. Alle fees die zijn betaald aan Van der Spruit voor de peildatum worden genormaliseerd en hij zal een marktconforme fee berekenen. De rechtbank volgt de deskundige op dit punt, omdat partijen hiertegen geen argumenten hebben aangevoerd.
Gelet op wat hiervoor is overwogen zal de rechtbank vraag 2 van de concept-vraagstelling (over o.a. de intragroep-vorderingen) niet opnemen in de definitieve vraagstelling.
Andere posten die bij de waardering zouden moeten worden meegenomen
3.24.
Volgens VDS Beheer moet de deskundige uitgaan van de waarde van de aandelen in het economisch verkeer.
Zij voert ook aan dat, anders dan in de brief van de deskundige van 10 februari 2021 staat, artikel 15 lid 2 van de statuten van Intraco Holding niet van toepassing is op de vordering tot uitstoting op grond van artikel 2:336 BW. Er kan worden aangesloten bij de waardering die gebruikt wordt in het kader van de blokkeringsregeling zoals genoemd in de statuten.
De voorzieningen die New Wave in 2019 heeft getroffen voor Intraco Hong Kong Ltd kunnen niet worden meegenomen bij de waardering, omdat deze van na peildatum zijn. Als de deskundige de voorzieningen wel mee zou willen nemen, moet VDS Beheer weten wat er met Sourcery Solutions is gebeurd door middel van informatie uit administratiesysteem Newbase.
3.25.
New Wave merkt op dat uitgegaan moet worden van een synthetische prijs. Reden hiervoor is dat er geen welwillende koper en verkoper zijn en er geen concurrerende markt is.
De blokkeringsregeling uit de statuten moet niet worden toegepast, want deze regeling is niet relevant voor de waardering. In deze zaak is namelijk al gekozen om een deskundige te benoemen. VDS Beheer heeft niet gesteld wat bij de waardering anders zou moeten en dat om die reden aansluiting gezocht zou moeten worden bij de blokkeringsregeling.
New Wave betwist dat zij voorzieningen heeft getroffen voor Intraco Hong Kong Ltd in 2019. Onduidelijk is welke voorzieningen VDS Beheer bedoelt. Bovendien hadden de schulden en leningen van Sourcery Solutions aan Intraco Holding niet opgenomen mogen worden in de boekhouding (en dus ook geen rol spelen bij de waardering), omdat VDS Beheer wist dat geen betaling te verwachten was.
3.26.
De rechtbank overweegt dat de deskundige heeft aangegeven normaliter uit te gaan van een synthetische prijs en niet van een economische waarde. VDS Beheer heeft hier geen steekhoudende argumenten tegen aangevoerd. De rechtbank volgt de deskundige dan ook op dit punt.
De blokkeringsregeling uit de statuten van Intraco Holding hoeft in deze zaak niet gevolgd te worden, omdat de procedure voor de waardering van de aandelen al is vastgelegd in het voorgaande en dit vonnis.
Wat betreft de door VDS Beheer genoemde voorzieningen geldt dat deze alleen meegenomen kunnen worden voor zover zij dateren van vóór de peildatum (zie ook hiervoor onder 3.23).
De toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de deskundige
3.27.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen partijen en de deskundige in beginsel geen contractuele verhouding bestaat en dat daarom niet zomaar algemene voorwaarden van toepassing kunnen zijn. Voor het overige hebben partijen geen bezwaren tegen de algemene voorwaarden van de deskundige.
3.28.
De rechtbank overweegt dat de publiekrechtelijke aard van de rechtsverhouding tussen de rechtbank en een deskundige, zoals geregeld in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zich verzet tegen toepassing van algemene voorwaarden van de deskundige. Dat neemt niet weg dat partijen en de deskundige kunnen afspreken dat die algemene voorwaarden of een deel daarvan tussen hen van toepassing zijn Daarom heeft de rechtbank partijen op voorhand verzocht met deze beperking in te stemmen. Zij hebben te kennen gegeven geen bezwaren te hebben tegen de algemene voorwaarden van de deskundige. De rechtbank leidt hieruit af dat zij akkoord zijn met de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van de deskundige in hun relatie tot de deskundige.
Vraagstelling
3.29.
In de vorige beslissing is de deskundige al benoemd. Gelet op al het voorgaande, komt de rechtbank tot de volgende vraagstelling aan de deskundige:
1.
Wat is de waarde van de aandelen die VDS Beheer houdt in Intraco Holding op 17 oktober 2018 (datum dagvaarding)? U wordt verzocht daarbij te waarderen volgens de DCF-methode (Discounted Cash Flow). Wilt u daarbij tot uitdrukking brengen welke omstandigheden u heeft meegewogen bij de bepaling van de waarde?
U dient bij deze waardering uit te gaan van een synthetische prijs, stand-alone koper en een pro rata parte-waardering.
2.
Heeft u verder nog op- of aanmerkingen die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling van dit geschil?
3.30.
De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige (zoals geschat ter zitting) vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
3.31.
In de vorige beslissing is al aangekondigd door welke partij het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden betaald.
3.32.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaraan de gevolgen kan verbinden die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
3.33.
Ter zitting heeft de deskundige verklaard dat hij als onderdeel van het onderzoek partijen kan proberen middels mediation tot elkaar te brengen. De vraag van de deskundige was of hij de vrijheid heeft om te kijken op welke onderdelen van de waardering partijen overeenstemming kunnen bereiken. De rechtbank laat het aan de deskundige over om te bezien of partijen al dan niet middels mediation (op delen) overeenstemming kunnen bereiken en verstrekt hiertoe geen aparte opdracht.
3.34.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat partijen binnen vier weken na dit vonnis, dus op de rol van 11 augustus 2021, een akte dienen te nemen als vermeld in 3.8 hiervoor ,
4.2.
beveelt een onderzoek door de deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1.
Wat is de waarde van de aandelen die VDS Beheer houdt in Intraco Holding op 17 oktober 2018 (datum dagvaarding)? U wordt verzocht daarbij te waarderen volgens de DCF-methode (Discounted Cash Flow). Wilt u daarbij tot uitdrukking brengen welke omstandigheden u heeft meegewogen bij de bepaling van de waarde?
U dient bij deze waardering uit te gaan van een synthetische prijs, stand-alone koper en een pro rata parte-waardering.
2.
Heeft u verder nog op- of aanmerkingen die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling van dit geschil?
het voorschot
4.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 87.120,00 inclusief btw,
4.4.
bepaalt dat New Wave het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
4.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
4.6.
bepaalt dat New Wave het procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
4.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
4.8.
wijst de deskundige erop dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
4.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
4.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk zes maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
4.11.
wijst de deskundige erop dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
4.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
4.13.
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
6 april 2022,
4.14.
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen:
  • indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
  • na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van New Wave op een termijn van vier weken,
4.15.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
4.16.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, mr. A.E. Merkus en mr. B. de Metz en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2021. [1]

Voetnoten

1.type: IV