Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 juni 2021 in de zaak tussen
[verzoeker 1] , [verzoeker 2] en [verzoeker 3] ., te [woonplaats] , verzoekers(gemachtigde: mr. M. Gideonse),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen, verweerder(gemachtigden: mr. M.C. Ellens en J. van Nunen).
Procesverloop
Overwegingen
huisvesting met een vast karakteren dus niet als
wonenkan worden aangemerkt. Dit wordt ook bevestigd door jurisprudentie over de uitleg van wonen [2] . Hieruit volgt dat sprake moet zijn van een bepaalde duurzaamheid en dat een verblijf korter dan zes maanden niet als voldoende duurzaam wordt aangemerkt [3] . Nu de tijdelijke kamerverhuur niet was toegestaan onder het bestemmingsplan Velsen-Noord wordt een beroep op het overgangsrecht uitgesloten door artikel 5, onder d, van het parapluplan. Voorts is de voorzieningenrechter van oordeel dat het standpunt van verweerder dat er geen ruimte is voor legalisatie van de huidige situatie vooralsnog stand zal kunnen houden.