Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.de vennootschap onder firma [huurder] ,
2.[huurder 1]
3. [huurder 2]
1.de vennootschap onder firma [verhuurder]
2.[verhuurder 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Inzake [verhuurder] bent u veroordeeld tot ontruiming en betaling. […] Neem contact met ons op!’Daarop heeft [huurder] op 5 maart 2021 gereageerd:
‘We are aware of the amount that we need to pay your I and we definently have to pay. […] So we need little bit of time to clear it. […]’
3.De vordering
I. bepaalt dat alle door [verhuurder] gelegde beslagen ter executie van het vonnis van 20 januari 2021 zullen zijn opgeschort tot uitspraak is gedaan in het door [huurder] ingediende verzet;
II. bepaalt dat de huurovereenkomst tussen partijen niet is ontbonden tot uitspraak is gedaan in het door [huurder] ingediende verzet;
III. [verhuurder] veroordeelt in de proceskosten en eventuele nakosten.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
zullen zijnopgeschort tot de uitspraak in verzet. De kantonrechter zal het dictum lezen in het licht van de overwegingen van de dagvaarding, zodat zij daarin leest dat wordt gevorderd dat de openbare verkoop van de in beslag genomen roerende zaken wordt opgeschort (artikel 438 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).