Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.De vordering
4.De tegenvordering
5.De beoordeling
maandelijksetermijnen zou terugbetalen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser een leenovereenkomst ontbonden en vordert hij betaling van een openstaand bedrag van € 6.800,- van gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat eiser de leenovereenkomst terecht heeft ontbonden, omdat gedaagde haar betalingsverplichtingen niet is nagekomen. Gedaagde had een bedrag van € 13.900,- geleend voor de aankoop van een auto, maar heeft slechts € 7.100,- terugbetaald. De kantonrechter stelt vast dat er een afspraak was over maandelijkse betalingen, die gedaagde niet heeft nageleefd. Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld en na het verstrijken van de termijn de overeenkomst ontbonden. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van het openstaande bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Daarnaast heeft gedaagde een tegenvordering ingediend, waarin zij stelt recht te hebben op een deel van de winst van een samenwerking en betaling voor recensies die zij heeft geschreven. De kantonrechter wijst deze tegenvordering af, omdat de vordering tot vergoeding van de samenwerking is verjaard. De kantonrechter oordeelt dat de verjaringstermijn is aangevangen in 2014, en dat gedaagde niet heeft aangetoond dat er een overeenkomst van opdracht was voor het schrijven van recensies. De kantonrechter concludeert dat er geen bewijs is voor de gestelde afspraken en dat de tegenvordering van gedaagde niet kan worden toegewezen.