Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige kamer van 19 maart 2021 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, verweerder.
Procesverloop
[A] met het zaaknummer HAA 20/1386. Alles wat in die zaak is aangevoerd en overgelegd wordt ook geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in deze zaak.
Overwegingen
-Was u (de echtgenoot) ondernemer voor de inkomstenbelasting?
-Was [X] ondernemer voor de inkomstenbelasting?
-Hebt u (de echtgenoot) de onderneming in dit boekjaar (geheel of gedeeltelijk) gestaakt of doorgeschoven?
-Heeft [X] de onderneming in dit boekjaar (geheel of gedeeltelijk) gestaakt of doorgeschoven?’
-Hebt u de hele onderneming gestaakt of doorgeschoven?’
Geschil8. In geschil is of het door eiseres aangegeven verlies uit onderneming van € 25.000 in mindering komt op het biww, hetgeen eiseres stelt en verweerder bestrijdt. Verder is in geschil of sprake is van een zogenoemd nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag en de rentebeschikking;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48 aan eiseres te vergoeden.