ECLI:NL:RBNHO:2021:2998

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
12 april 2021
Zaaknummer
C/15/313045 / HA RK 21-27
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap met onduidelijke erfgenamen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 8 april 2021 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van mevrouw [A.], die op [datum] is overleden. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. L.E.M. de Vries-Blom, heeft voldoende aangetoond dat zij belanghebbende is in de zin van artikel 4:204 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank heeft vastgesteld dat de afwikkeling van de nalatenschap in de vergetelheid is geraakt en dat de heer [B.], die als executeur was aangesteld, op 30 juni 2020 verzoekster en mr. [C.] volmacht heeft gegeven om zijn taken uit te voeren. Na het overlijden van de heer [B.] is deze volmacht beëindigd en zijn er geen erfgenamen getraceerd.

De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster belang heeft bij de benoeming van een vereffenaar, aangezien zij kosten heeft voorgeschoten voor het erfgenamenonderzoek. De rechtbank heeft op basis van de wet de mogelijkheid om een vereffenaar te benoemen, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd. Aangezien verzoekster bereid is om als vereffenaar op te treden, heeft de rechtbank haar benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van mevrouw [A.]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de griffier is opgedragen om de benoeming in het boedelregister in te schrijven en bekend te maken in de Staatscourant.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rekestnummer: C/15/313045 / HA RK 21-27
Beschikking van 8 april 2021
in de zaak van
MR. [verzoekster], h.o.d.n. ErfrechtMeesters,
gevestigd en kantoorhoudend te Delft,
verzoekster,
advocaat mr. L.E.M. de Vries-Blom te Delft.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 6, ontvangen ter griffie van de rechtbank op 11 februari 2021;
- een aanvulling op het verzoekschrift naar aanleiding van enkele vragen van de rechtbank, tevens houdende overlegging producties 7 tot en met 9, ontvangen ter griffie van de rechtbank op 1 maart 2021.
1.2.
De beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op [datum] is te [plaats] overleden mevrouw [A.] (hierna: erflaatster).
2.2.
Blijkens een verklaring van executele van 7 oktober 1997 heeft erflaatster een in haar eigenhandig rechtsgeldig geschreven codicil, welke op 8 oktober 1987 is getekend en aan haar laatste testament is gehecht, de heer mr. [B.] benoemd tot uitvoerder van haar uiterste wilsbeschikkingen, beredderaar van haar boedel en nalatenschap en verzorger van haar uitvaart.
2.3.
De afwikkeling van de nalatenschap van erflaatster is tot medio 2020 in de vergetelheid geraakt.
2.4.
De heer [B.] voornoemd heeft in zijn hoedanigheid van executeur op
30 juni 2020 verzoekster en mr. [C.] volmacht gegeven om voor en namens hem alle werkzaamheden uit te voeren, behorende tot zijn taken als executeur in de nalatenschap van erflaatster.
2.5.
Verzoekster heeft in de periode juli 2020 tot en met september 2020 diverse kosten gemaakt (voorgeschoten), waaronder kosten in verband met een door verzoekster opgestart erfgenamenonderzoek.
2.6.
Op [datum] is de heer [B.] overleden.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster heeft de rechtbank verzocht om haar op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a dan wel onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflaatster.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW kan de rechtbank als de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelomschrijving is aanvaard, op verzoek van een belanghebbende een vereffenaar benoemen. De rechtbank kan tot die benoeming onder meer besluiten wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten.
4.2.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verzoekster voldoende onderbouwd dat zij belanghebbende is. Verzoekster heeft op grond van de volmacht van 30 juni 2020 verschillende werkzaamheden verricht. Door het overlijden van de heer [B.] is de volmacht beëindigd. Met het door verzoekster ingestelde erfgenamenonderzoek zijn tot op heden nog geen erfgenamen getraceerd. Omdat (onder meer) voornoemde werkzaamheden de nodige kosten meegebracht hebben, die verzoekster heeft voorgeschoten, is de rechtbank van oordeel dat verzoekster belang heeft bij dit verzoek.
4.3.
Nu verzoekster belanghebbende is en het niet bekend is of er erfgenamen zijn, wordt het verzoek toegewezen. Het is ook in het belang van de (mogelijke) erfgenamen dat een vereffenaar op zoek gaat naar de erfgenamen.
4.4.
Verzoekster is blijkens de overgelegde verklaring bereid om tot vereffenaar in de nalatenschap van erflaatster te worden benoemd. De rechtbank zal verzoekster daarom tot vereffenaar benoemen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
benoemt
mr. [verzoekster],
h.o.d.n. ErfrechtMeesters,
gevestigd en kantoorhoudend te (2611 AZ) Delft, aan de Westvest 149,
correspondentieadres: postbus 1041, 2600 BA Delft,
tot vereffenaar van de nalatenschap van:
[A.],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
laatstelijk wonende te [plaats],
overleden op [datum] te [plaats],
5.2.
draagt de griffier op de benoeming van deze vereffenaar onverwijld in het boedelregister in te schrijven,
5.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de (elektronische) Staatscourant,
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.J. Bellaart en in het openbaar uitgesproken op
8 april 2021. [1]

Voetnoten

1.type: 1535