ECLI:NL:RBNHO:2021:2933
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de passagier in zijn vordering wegens gebrek aan procesvolmacht
In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, heeft de kantonrechter op 24 maart 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Finnair OYj. De passagier had een vordering ingesteld, maar de gemachtigde van de passagier, mr. D.E. Lof, heeft nagelaten een toereikende procesvolmacht in te dienen, ondanks een bevel van de kantonrechter om dit te doen. Hierdoor kon de kantonrechter niet anders concluderen dan dat de passagier niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering. De kantonrechter overwoog dat de gemachtigde niet over de benodigde volmacht beschikte en dat de passagier niet op de hoogte was van de procedure. Dit leidde tot de conclusie dat de vordering ongegrond was en dat de gemachtigde verantwoordelijk was voor de proceskosten. De vervoerder had verzocht om de gemachtigde te veroordelen tot betaling van de werkelijke proceskosten, wat de kantonrechter heeft toegewezen. De kantonrechter heeft mr. D.E. Lof veroordeeld tot betaling van € 1.500,00 exclusief btw aan proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.