ECLI:NL:RBNHO:2021:2629
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding gevorderd in verband met onterecht geplaatste werknemer op transferlijst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Connexxion Openbaar Vervoer N.V. De werknemer vorderde een schadevergoeding op grond van artikel 7:611 BW, omdat hij ten onrechte op de transferlijst naar EBS was geplaatst. De werknemer stelde dat hij schade leed door deze plaatsing, omdat hij nu bij een kleiner bedrijf werkt en bij een toekomstige concessiewisseling het risico loopt zijn baan te verliezen. Connexxion betwistte de vordering en stelde dat de werknemer geen juridische grondslag had voor zijn claim, aangezien hij de plaatsing op de transferlijst had kunnen aanvechten in een gerechtelijke procedure.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer niet aannemelijk had gemaakt dat hij schade had geleden, lijdt of zal lijden. De kantonrechter benadrukte dat de werknemer had moeten onderbouwen op welke manier hij schade leed door de plaatsing op de transferlijst en dat hij dit had nagelaten. De vordering tot betaling van een billijke vergoeding werd afgewezen, evenals de gevorderde verklaring voor recht. De kantonrechter maakte enkele kritische kanttekeningen over de procedure die Connexxion had gevolgd bij het aanwijzen van de werknemer voor de transferlijst, maar concludeerde dat er geen sprake was van schade die rechtvaardigde dat de werknemer een schadevergoeding zou ontvangen.
De proceskosten werden toegewezen aan Connexxion, aangezien de werknemer ongelijk kreeg in zijn vordering. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskostenveroordeling.