Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker] hodn Coffeeshop [naam 1] , te [woonplaats] , verzoeker
de burgemeester van de gemeente Beverwijk, verweerder
Overwegingen
Beslissing
€ 1.602,-.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van de eigenaar van Coffeeshop [naam 1]. De burgemeester van Beverwijk had op 15 december 2020 de exploitatievergunning en gedoogbeschikking van de coffeeshop ingetrokken, omdat er ernstige aanwijzingen waren dat de vergunning werd gebruikt voor strafbare feiten, waaronder belastingontduiking en opiumdelicten. De verzoeker, die sinds 1994 de coffeeshop exploiteert, vreesde voor het voortbestaan van zijn onderneming en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien de intrekking van de vergunningen zou leiden tot de sluiting van de coffeeshop en daarmee het faillissement van de eenmanszaak van verzoeker. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoeker en verweerder afgewogen. Hoewel verweerder bezorgd was over de mogelijke strafbare feiten, oordeelde de voorzieningenrechter dat de gevolgen van onmiddellijke sluiting voor verzoeker onevenredig zwaar zouden zijn, vooral gezien het feit dat de verwijten aan verzoeker betrekking hadden op een niet recente periode en dat er eerder vergunningen waren verleend ondanks signalen van zwarte omzet.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en de bestreden besluiten geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker.