6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over of aan de verdachte de maatregel van TBS moet worden opgelegd, heeft de rechtbank acht geslagen op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, maar zich met name laten leiden door de persoon van verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
De verdachte heeft, onder invloed van wanen en hallucinaties als gevolg van zijn stoornis, zijn moeder meermalen met een vleesmes gestoken. Dit terwijl zijn moeder in haar bed lag te slapen. Hierbij heeft hij zijn moeder, onder meer, in de borst geraakt. Pas toen zijn broer op het tumult afkwam, is de verdachte met het geweld gestopt. Het laat zich indenken dat dit voor de moeder van de verdachte een angstaanjagende situatie is geweest.
Persoon van verdachte
Uit de stukken blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het onderhavige feit voor zijn problematiek in de reguliere GGZ werd behandeld en dat hij in dat kader reeds vijf keer in een kliniek is opgenomen geweest.
Na het feit is de verdachte op heterdaad aangehouden en vervolgens in voorarrest geplaatst.
De voorlopige hechtenis van de verdachte is door de rechtbank met ingang van 10 juli 2020 geschorst. Aan deze schorsing was onder meer de voorwaarde verbonden dat de verdachte zich laat opnemen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek [naam 4]
De verdachte is sinds 10 juli 2020 klinisch opgenomen bij deze FPK.
Deskundigenadviezen
De rechtbank heeft kennisgenomen van met name de volgende over de persoon van verdachte uitgebrachte rapporten en adviezen:
- de hiervoor onder 5. genoemde Pro Justitia rapportages;
- het reclasseringsadvies, opgesteld door [naam 5], reclasseringswerker werkzaam bij GGZ Fivoor, gedateerd 19 januari 2021.
Uit de voornoemde Pro Justitia rapportages blijkt dat de deskundigen van mening zijn dat het risico op gewelddadige recidive verhoogd is zolang geen adequate interventies hebben plaatsgevonden.
Uit voornoemd psychologisch onderzoek blijkt dat de verdachte weinig beschermende factoren heeft, dat hij in de FPK de indruk maakt wankel te zijn en dat de verdachte door instabiliteit makkelijk kan terugvallen, psychotisch kan worden en tot gewelddadig grensoverschrijdend gedrag kan komen. Voorts blijkt uit het onderzoek dat recidivepreventie naar verwachting nog geruime tijd psychiatrische zorg zal vergen, eerst klinisch en vervolgens poliklinisch/ambulant met beschermd of begeleid wonen en dat het raadzaam is het zogenoemde FACT-team daarbij te betrekken.
Uit voornoemd psychiatrisch onderzoek blijkt, in aanvulling hierop, dat terugval in middelengebruik een ontregelend en psychose inducerend effect op de verdachte kan hebben en dat het eventueel opnieuw stoppen van medicatie een decompensatie teweeg kan brengen. Het continueren van antipsychotische medicatie en het abstinent blijven van drugs is daarom cruciaal.
De deskundigen adviseren om de huidige behandeling bij de FPK Inforsa te continueren in het kader van de maatregel TBS met voorwaarden. Psychiater [naam 3] verwacht dat de verdachte in het kader van recidivepreventie meerdere jaren op psychiatrische zorg in een stringent kader zal zijn aangewezen. De psycholoog is van mening dat deze maatregel de beste garantie op recidivepreventie geeft en dat deze maatregel ook past bij het ontwikkelen van de zelfstandigheid van de verdachte en te streven naar maatschappelijk herstel.
De reclassering heeft zich in het genoemde advies van 19 januari 2021 aangesloten bij het advies van de gedragsdeskundigen om aan de verdachte de maatregel van TBS met voorwaarden op te leggen, nu een behandeltraject het meest kans van slagen heeft in dit kader. De reclassering wijst erop dat deze maatregel in eerste instantie een stevig behandeltraject in een hoog beveiligde setting biedt. Dit kader biedt, volgens de reclassering, naast stabilisatie en behandeling van de psychische en verslavingsproblematiek ook de mogelijkheid om geleidelijk en op gepaste wijze te resocialiseren, waarbij de focus ligt op langdurige controle van abstinentie van het middelengebruik, het behouden van psychische stabiliteit en resocialisatie in de vorm van dagbesteding/werk en het toewerken naar een passende woonplek. De reclassering acht terugkeer naar inwonen bij zijn ouders zeer onwenselijk, gezien het ten laste gelegde feit en de overbelasting die zijn ouders, voorafgaand aan dit feit, hebben ervaren. De reclassering is van mening dat de verdachte tijdens de uitvoering van het schorsingstoezicht heeft laten zien dat hij meewerkend is en dat hij bereid is zich te houden aan de gestelde voorwaarden. Er hebben zich tijdens de schorsing geen incidenten voorgedaan. De reclassering rapporteert dat, zo begrijpt de rechtbank, indien de geadviseerde TBS met voorwaarden wordt opgelegd, de huidige ingezette klinische behandeling in de FPK Inforsa kan worden voortgezet. In het rapport van de reclassering zijn de op te leggen voorwaarden nader uitgewerkt. De reclassering adviseert tevens dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel TBS met voorwaarden.
Overwegingen en oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, evenals de deskundigen en de reclassering, van oordeel dat gelet op alle omstandigheden van het geval, vanuit het oogpunt van terugdringen van recidivegevaar en bescherming van de veiligheid van personen, de terbeschikkingstelling van de verdachte dient te worden gelast en voorwaarden betreffende zijn gedrag dienen te worden gesteld, zoals geadviseerd door de reclassering. De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij bereid is de door reclassering geformuleerde voorwaarden na te leven.
De rechtbank realiseert zich dat dit een ingrijpende maatregel is. Er is echter ook een ernstig feit gepleegd. Voorts moet worden vastgesteld dat de eerdere behandeling van de verdachte in de reguliere GGZ – inclusief zijn eerdere opnames – niet toereikend is.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van de maatregel van TBS met voorwaarden is voldaan. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van het feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Er is sprake van een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Voorts eist – zoals uit het bovenstaande volgt – de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen dat deze maatregel wordt opgelegd.
Dadelijke uitvoerbaarheid
Gelet op de noodzaak van behandeling van de verdachte, direct aansluitend aan zijn lopende schorsingsvoorwaarden, zal de rechtbank – op grond van artikel 38, zesde en zevende lid, van het Wetboek van Strafrecht – bevelen dat de TBS met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is.