Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
N.V. Noordhollandsche van 1816, Schadeverzekeringsmaatschappij
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en N.V. Noordhollandsche van 1816, Schadeverzekeringsmaatschappij (NH1816). De eiseres vorderde een schadevergoeding van € 13.677,22, vermeerderd met wettelijke rente, na een aanrijding op 11 juli 2020 waarbij haar Mercedes SL500 achterop de Tesla X van [naam 1] botste. De eiseres stelde dat de bestuurder van de Renault Clio, [naam 2], onrechtmatig had gehandeld door niet voorrang te verlenen tijdens een bijzondere manoeuvre, wat zou hebben geleid tot de schade aan haar voertuig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanrijding niet het gevolg was van onrechtmatig rijgedrag van [naam 2]. De rechter oordeelde dat de invoegmanoeuvre van [naam 2] al was afgerond op het moment van de aanrijding en dat de Tesla niet hoefde te remmen vanwege de invoeging, maar vanwege een langzaam rijdende auto voor de Renault. Hierdoor was er geen sprake van een schending van artikel 54 RVV door [naam 2].
Daarnaast werd overwogen dat, zelfs als [naam 2] artikel 77 lid 1 RVV had geschonden door gebruik te maken van het verdrijvingsvlak, dit niet in causaal verband stond met de botsing. De kantonrechter concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat het rijgedrag van [naam 2] de oorzaak was van de schade aan haar Mercedes. De vordering van [eiseres] werd afgewezen en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.