ECLI:NL:RBNHO:2021:12476

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2021
Publicatiedatum
13 januari 2022
Zaaknummer
9302589 \ CV EXPL 21-3250
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van schadevergoeding door WAM-verzekeraar na aanrijding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en N.V. Noordhollandsche van 1816, Schadeverzekeringsmaatschappij (NH1816). De eiseres vorderde een schadevergoeding van € 13.677,22, vermeerderd met wettelijke rente, na een aanrijding op 11 juli 2020 waarbij haar Mercedes SL500 achterop de Tesla X van [naam 1] botste. De eiseres stelde dat de bestuurder van de Renault Clio, [naam 2], onrechtmatig had gehandeld door niet voorrang te verlenen tijdens een bijzondere manoeuvre, wat zou hebben geleid tot de schade aan haar voertuig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de aanrijding niet het gevolg was van onrechtmatig rijgedrag van [naam 2]. De rechter oordeelde dat de invoegmanoeuvre van [naam 2] al was afgerond op het moment van de aanrijding en dat de Tesla niet hoefde te remmen vanwege de invoeging, maar vanwege een langzaam rijdende auto voor de Renault. Hierdoor was er geen sprake van een schending van artikel 54 RVV door [naam 2].

Daarnaast werd overwogen dat, zelfs als [naam 2] artikel 77 lid 1 RVV had geschonden door gebruik te maken van het verdrijvingsvlak, dit niet in causaal verband stond met de botsing. De kantonrechter concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat het rijgedrag van [naam 2] de oorzaak was van de schade aan haar Mercedes. De vordering van [eiseres] werd afgewezen en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9302589 \ CV EXPL 21-3250 BL
Uitspraakdatum: 22 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. E.A. Echter
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. Noordhollandsche van 1816, Schadeverzekeringsmaatschappij
gevestigd te Oudkarspel
gedaagde
verder te noemen: NH1816
gemachtigde: mr. N.J.C. Settels

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 10 juni 2021 een vordering tegen NH1816 ingesteld. NH1816 heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 30 november 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiseres] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd.

2.De feiten

2.1.
Op 11 juli 2020 heeft een aanrijding plaatsgevonden, waarbij de Mercedes SL500 van [eiseres] achterop de Tesla X van [naam 1] is gebotst. De Mercedes van [eiseres] werd bestuurd door haar partner [partner eiseres] . [eiseres] was bijrijder/passagier. Bij deze aanrijding is de Mercedes beschadigd geraakt.
2.2.
Voorafgaand aan het ongeval stonden de Tesla en de Mercedes op een kruispunt te wachten voor een rood stoplicht voor recht doorgaand verkeer. De rijbaan bestaat ter plaatse uit twee rijstroken. De Tesla stond vooraan op de rechterrijstrook, met de Mercedes daar direct achter.
2.3.
Vooraan op de linkerrijstrook voor recht doorgaand verkeer, naast de Tesla, stond de Renault Clio eco van [naam 2] . NH1816 is de wettelijk aansprakelijkheidsverzekeraar van [naam 2] .
2.4.
Kort na het kruispunt gaan de twee rijstroken over in één enkele rijstrook. Het verkeer op de linkerrijstrook moet invoegen, en het einde van de linkerrijstrook wordt begrensd door een verdrijvingsvlak. [naam 2] is met haar Renault ingevoegd voor de Tesla.
2.5.
Op het moment dat de Mercedes achterop de Tesla botste, reed de Renault voor de Tesla. De Tesla en de Renault zijn niet met elkaar in botsing gekomen.
2.6.
Voor de Renault bevond zich een zeer langzaam rijdende of stilstaande auto. Ook met die auto is de Renault niet in botsing gekomen.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter NH1816 veroordeelt tot betaling van € 13.677,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juli 2020. Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [naam 2] onrechtmatig heeft gehandeld, waardoor schade aan de Mercedes is ontstaan, waarvoor NH1816 als WAM verzekeraar van [naam 2] aansprakelijk is. [eiseres] heeft daarbij het volgende naar voren gebracht.
3.2.
[naam 2] heeft ingevoegd voor de Tesla, door de snelheid van haar Renault aanmerkelijk te verhogen, en direct daarna haar snelheid aanmerkelijk te verminderen in verband met de langzaam rijdende auto voor haar. Het automatisch remsysteem van de Tesla heeft zelfstandig ingegrepen, om een aanrijding met de Renault te voorkomen. Doordat de Tesla abrupt en volledig tot stilstand werd gebracht, heeft [partner eiseres] de Mercedes niet tijdig tot stilstand kunnen brengen, waardoor deze achterop de Tesla is gereden. [naam 2] voerde dus een bijzondere manoeuvre uit, en heeft daarbij het andere verkeer niet voor laten gaan, zodat zij handelde in strijd met artikel 54 RVV. Daarbij heeft [naam 2] in strijd met artikel 77 lid 1 RVV gebruik gemaakt van het verdrijvingsvlak. Subsidiair heeft [naam 2] gehandeld in strijd met artikel 5 WVW. Haar rijgedrag heeft immers gevaar voor de overige weggebruikers veroorzaakt, welk gevaar zich heeft verwezenlijkt.

4.Het verweer

4.1.
NH1816 betwist de vordering, en voert – samengevat – het volgende aan. De aanrijding tussen de Mercedes en de Tesla is veroorzaakt doordat de Mercedes te weinig afstand hield van de Tesla. [naam 2] wilde met haar Renault invoegen tussen de Tesla en de Mercedes, maar de Mercedes liet haar er niet tussen. De aanrijding vond plaats ruim 100 meter nadat [naam 2] was ingevoegd, zoals ook blijkt uit de onpartijdige verklaring van [naam 1] . De bijzondere manoeuvre van [naam 2] was dus al ruimschoots afgerond. Bij die manoeuvre heeft [naam 2] geen gebruik gemaakt van het verdrijvingsvlak. [naam 2] is niet aansprakelijk voor de noodstop die de Tesla heeft gemaakt, en [partner eiseres] , die bekend was met de situatie ter plaatse, had beter moeten anticiperen. De schade is te wijten aan het handelen c.q. nalaten van [partner eiseres] .

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de schade aan de Mercedes van [eiseres] het gevolg is van onrechtmatig rijgedrag van [naam 2] . De kantonrechter beantwoordt deze vraag ontkennend, en overweegt daarover het volgende.
5.2.
[eiseres] stelt primair dat [naam 2] heeft gehandeld in strijd artikel 54 RVV. Daarin is bepaald dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, het overige verkeer moeten laten voorgaan. Tussen partijen is niet in geschil dat [naam 2] een bijzondere manoeuvre heeft uitgevoerd, door van rijstrook te wisselen c.q. in te voegen op de rechterrijstrook. Verder erkent [eiseres] dat de invoegmanoeuvre van [naam 2] in haar Renault al was afgerond op het moment van de aanrijding tussen de achter haar rijdende Tesla van [naam 1] en de daar achteroprijdende Mercedes van [eiseres] .
5.3.
Partijen twisten over de vraag of [naam 2] bij haar invoegmanoeuvre artikel 54 RVV heeft geschonden. Daarvan zou sprake zijn als de Tesla heeft moeten remmen om de Renault bij het invoegen niet te raken, en dus niet ongehinderd zijn weg heeft kunnen vervolgen [1] . [naam 1] verklaart echter dat hij, toen hij de kruising was overgestoken, een grijze auto voor hem zag stilstaan/langzaam rijden, zijn voet van het gas haalde, langzaam snelheid minderde en begon te remmen. Terwijl [naam 1] bezig was met remmen werd hij met hoge snelheid ingehaald door de kleine Renault, die volgens [naam 1] vervolgens vol in de remmen moest voor de langzaam rijdende/stilstaande grijze auto. De Renault reed toen al in dezelfde rijbaan als [naam 1] , aldus [naam 1] in zijn schriftelijke verklaring [2] . De Tesla moest dus niet remmen omdat [naam 2] hem bij het invoegen sneed c.q. niet voor liet gaan, maar omdat de auto vóór de Renault langzaam reed of stilstond. Daarmee is geen sprake van een situatie van geen voorrang verlenen door de Renault aan de Tesla.
5.4.
Voor zover [naam 2] bij het invoegen met haar Renault gebruik heeft gemaakt van het verdrijvingsvlak, en daarmee artikel 77 lid 1 RVV heeft geschonden, dan is door [eiseres] niet gesteld in hoeverre deze overtreding in causaal verband staat tot de botsing tussen haar Mercedes en de Tesla.
5.5.
Subsidiair legt [eiseres] aan haar vordering ten grondslag dat [naam 2] heeft gehandeld in strijd met artikel 5 WVW. Daarin is bepaald dat het een ieder verboden is zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Het is mogelijk dat de [naam 2] door haar rijgedrag deze bepaling heeft geschonden. Dit levert echter geen onrechtmatige daad op tegenover [eiseres] , alleen al door het feit dat [naam 1] zijn direct achter de Renault rijdende Tesla wél tijdig tot stilstand heeft kunnen brengen, de bestuurder van de Mercedes door zijn positie op de weg de Renault moet hebben kunnen waarnemen, wist dat de Renault noodzakelijkerwijs moest gaan invoegen, en desondanks niet in staat is gebleken om de Mercedes achter de Tesla tijdig tot stilstand te brengen. Artikel 19 RVV bepaalt dat de bestuurder in staat moet zijn om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. Het feit dat de Tesla tijdig tot stilstand is gekomen, heeft de eventuele causale keten doorbroken.
5.6.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] zal afwijzen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor NH1816 worden vastgesteld op een bedrag van € 746,00 aan salaris van de gemachtigde van NH1816, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Zie: gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 augustus 2020 (ECLI:NL:GHARL:2020:6571)
2.Productie 10 bij dagvaarding