ECLI:NL:RBNHO:2021:1231

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 januari 2021
Publicatiedatum
15 februari 2021
Zaaknummer
8801817
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbindingsverzoek arbeidsovereenkomst wegens herhaaldelijk overtreden integriteitsregels

In deze zaak heeft ALD Automotive, vertegenwoordigd door Axus Nederland B.V., een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer [werknemer] op basis van (ernstig) verwijtbaar handelen. De werknemer heeft zich herhaaldelijk niet gehouden aan de integriteitsrichtlijnen van ALD, ondanks eerdere waarschuwingen. De kantonrechter heeft op 15 januari 2021 een tussenbeschikking gegeven waarin werd vastgesteld dat de werknemer in strijd heeft gehandeld met de geldende richtlijnen. De werknemer heeft zich verweerd tegen de beschuldigingen en betwist dat hij de integriteitsregels heeft overtreden. De kantonrechter heeft ALD de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van de beschuldigingen, met een deadline voor bewijslevering gesteld op 12 februari 2021. De zaak betreft de vraag of de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden en of er een redelijke grond voor ontbinding is, waarbij ook het opzegverbod tijdens ziekte van de werknemer in overweging is genomen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontbindingsverzoek niet in strijd is met het opzegverbod, omdat de redenen voor ontbinding niet gerelateerd zijn aan de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De zaak is aangehouden voor bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8801817 AO VERZ 20-166
Uitspraakdatum: 15 januari 2021
Tussenbeschikking van de kantonrechter in de zaak van:
Axus Nederland B.V.,h.o.d.n. ALD Automotive
gevestigd te Hoofddorp
verzoekende partij
verder te noemen: ALD
gemachtigde: mr. M. Woltman
tegen
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. N.R. Coffi

1.Het procesverloop

1.1.
ALD heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [werknemer] heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
Op 11 december 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. ALD heeft ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft ALD bij faxbericht van 7 december 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[werknemer] , geboren [in 1982] , is sinds 1 november 2018 in dienst bij ALD. De functie van [werknemer] is Sales Consultant Senior met een salaris van € 4.540,72 exclusief emolumenten per maand op basis van 40 uur per week. In de arbeidsovereenkomst is het Personeelshandboek van ALD van toepassing verklaard.
2.2.
ALD is een financiële dienstverlener (leasemaatschappij) die zich bezig houdt met financiering en beheer van mobiliteit. ALD is wereldwijd vertegenwoordigd in meer dan 43 landen, heeft in totaal ongeveer 6.300 werknemers en een vloot van ruim 1,7 miljoen voertuigen. ALD maakt deel uit van de Société Générale Groep, een Franse consumenten- en investeringsbank.
2.3.
Ter borging van het wettelijk kader waarbinnen ALD als financiële dienstverlener moet opereren, gelden binnen ALD de volgende richtlijnen, waarin – voor zover relevant – de volgende verplichtingen zijn opgenomen:
Code of Conduct:
(…). Het is van cruciaal belang dat ieder van ons dag in dag uit integer handelt. Dit is de essentie van ons werk als verantwoordelijke medewerkers en de essentie van onze ambitie om een relatiegeoriënteerde organisatie te zijn die wordt aangestuurd door het vertrouwen van onze klant (...).
Ethische Gedragscode:
(...). We vermijden belangenconflicten door middel van gescheiden structuren en grondige procedures. We treden niet op als tussenpersoon in situaties waar de kans bestaat dat dit tot een belangenconflict leidt (...).
leder van ons houdt zich te allen tijde aan alle afspraken, richtlijnen en instructies die van kracht zijn binnen de Groep. (... ) Naast de naleving van wet- en regelgeving, is het van belang dat iedereen zowel binnen als buiten het bedrijf integer handelt wanneer zij het bedrijf vertegenwoordigen. (... ).
"Belangenconflicten. Geen van ons onderhoudt persoonlijke relaties met onze klanten, partners en leveranciers die onze professionele taken zouden kunnen compromitteren of tot een belangenverstrengeling zouden kunnen leiden. (...)"
Anti-corruptiecode:
‘(…). ALD Automotive doet op ethische wijze zaken en leeft alle toepasselijke wet- en regelgeving na in de landen waar de Groep actief is, waaronder wetgeving die corruptie, omkoping en beïnvloeding verbiedt. (...). Schending van de regels op het gebied van corruptie of beïnvloeding kunnen verregaande (...) gevolgen hebben. (…). Neem bij vragen contact op met je manager of de Compliance Officer.
ALD tolereert geen enkele vorm van corruptie of beïnvloeding. (...)"
Onder zogenaamde 'actieve' beïnvloeding wordt verstaan het aanbieden van ongepast voordeel aan een persoon of ingaan op een verzoek van een persoon (om een ongepast voordeel te verlenen), zodat deze laatste zijn invloed misbruikt om een beslissing ten gunste van de persoon die het voordeel verleent te verkrijgen of van een overheidsinstantie.
Onder zogenaamde 'passieve' beïnvloeding wordt verstaan het vragen of aannemen van een ongepast voordeel van een persoon, met als doel dat jij je invloed misbruikt om een beslissing ten gunste van die persoon die het voordeel verleent te verkrijgen van een overheidsinstantie.
Zowel op persoonlijke titel als in de context van een zakelijke relatie is niet toegestaan: het geven, aanbieden of beloven, rechtstreeks of via anderen (... ) van enig voordeel, een geschenk of uitnodiging, of iets anders van waarde, aan een persoon (overheidsfunctionaris, klant, leverancier, zakenpartner, etc.), indien dat zou (kunnen) worden opgevat als een aansporing of als corruptie of beïnvloeding (...).
Personeelshandboek:
"(…). Het is de medewerker niet toegestaan, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van zijn leidinggevende, privé-transacties aan te gaan met leveranciers, dealers of andere relaties van ALD Automotive, indien hierdoor ongeoorloofde beïnvloeding ontstaat dan wel zou kunnen ontstaan. In geval van twijfel dient de medewerker zijn leidinggevende vooraf om goedkeuring te vragen."
Bij overtreding van het in artikel 3.31 3.4 (...) omschreven verbod, verbeurt de medewerker aan ALD Automotive (…) een direct opeisbare boete (…), onverminderd het recht van ALD Automotive om de arbeidsovereenkomst met de medewerker te beëindigen, waaronder mede begrepen wordt een ontslag op staande voet."
Code of Conduct Geschenken, Externe evenementen en Zakendiners (hierna: GEMS)
"(... ) alle medewerkers van ALD Automotive (NL) die namens ALD Automotive (NL) geschenken, externe evenementen of zakendiners aanbieden aan cliënten of van cliënten krijgen aangeboden, moeten dit in bepaalde gevallen registreren. (...)"
2.4.
Bij e-mail van 26 april 2019 heeft [werknemer] een officiële waarschuwing ontvangen omdat hij in offerte-trajecten was afgeweken van de processen en pricing van ALD (hierna: [het eerste incident] ). Daarin is [werknemer] duidelijk gemaakt dat het niet is toegestaan buiten de ALD processen en pricing beleid om te gaan en om bestaande modellen te vervangen door andere, afwijkende modellen.
2.5.
Bij brief van 9 juli 2020 heeft [werknemer] een officiële waarschuwing ontvangen omdat hij volgens ALD in strijd met de compliance regels had gehandeld door zijn contactpersoon bij [naam klant] ( [contactpersoon 1] ) kosteloos een vierdaags gebruik van een cabrio in het vooruitzicht te stellen terwijl de klant geen intentie had de cabrio te leasen. [werknemer] is er voorts op gewezen dat een toekomstige overtreding van de Code of Conduct consequenties voor hem heeft (hierna: [het tweede incident] ).
2.6.
Op 26 augustus 2020 heeft [direct sales director] (hierna: [direct sales director] ), Direct Sales Director bij ALD, met [werknemer] gesproken omdat bij ALD een compliance melding over [werknemer] was binnengekomen, inhoudende dat [werknemer] [naam klant] een gunst zou hebben geboden in ruil voor persoonlijk voordeel (hierna: [het derde incident] ). ALD heeft in het gesprek nader onderzoek aangekondigd en [werknemer] hangende onderzoek geschorst. Ook is aan [werknemer] te kennen gegeven dat zijn zakelijke account werd geblokkeerd en dat hij niet met in- en/of externe zakelijke relaties over de kwesties mocht spreken.
2.7.
Bij e-mail van 31 augustus 2020 [medewerker] , werknemer van ALD, de volgende toelichting gegeven op zijn compliance melding over [werknemer] :
‘Op 31 mei 2020, op een informele bijeenkomst sprak ik met [contactpersoon 2] , familie van mijn vriendin. [contactpersoon 2] was tijdelijk in dienst bij [naam klant] , de tak "Water''. Ik begreep van hem dat hij daar tijdelijk eindverantwoordelijk was. In die hoedanigheid kwam hij in contact met iemand van ALD.
Hij vroeg me of ik iemand van ALD kende die hij onlangs had gesproken. Hij noemde uiteindelijk 2 namen. Het werd me duidelijk dat hij iets wilde vertellen over collega [werknemer] . Beschrijving klopte die hij gaf klopte en bij het noemen van de naam bevestigde [contactpersoon 2] de collega.
[naam klant] had 16 busjes besteld, maar bleek er 5 of 6 minder nodig te hebben. De datum van bestellen is mij niet duidelijk en was voor het gesprek ook niet relevant.
Er is op een locatie van [naam klant] gesproken met [werknemer] over de mogelijkheid tot annulering van 5 van de 16 bestelde busjes. [werknemer] bood hierbij zijn hulp aan in ruil voor een wederdienst. De wederdienst zou zijn dat iemand uit zijn netwerk zou solliciteren op een commerciële functie bij [naam klant] .[contactpersoon 2] had zijn bedenkingen, maar heeft naar linkedin verwezen als er mensen zouden solliciteren. Minstens 1, door [werknemer] aangedragen, kandidaat heeft gereageerd op de voorgestelde manier. Deze kandidaat is afgewezen. [contactpersoon 2] sprak zijn verbazing uit over deze handelswijze en gaf aan geen zaken te willen doen met iemand die zo handelt. Op dat moment schaamde ik me voor de collega, ik vroeg hem of ik er op terug mocht komen op een geschikter moment.
Een flinke tijd later na het thuiswerken i.v.m. corona kwam ik [werknemer] tegen en herinnerde ik me opeens de beschreven situatie en besefte ik dat ik dit moest melden.Op 20-08-2020 heb ik gebeld met [contactpersoon 2] , in dit gesprek heb ik hem gevraagd om nogmaals het verhaal te vertellen. Ter verificatie. [contactpersoon 2] gaf aan dat hij dit verhaal wel op de mail wilde zetten, maar wel eerst als hij hierover [naam klant] gesproken had.Ik ronde het gesprek af en gaf aan dat ik wellicht een beroep op hem ging doen voor het gespreksverslag.
Hierna heb ik de code of conduct en andere stukken geraadpleegd, heb een vertrouwenspersoon gesproken. (…)
Omdat hij niet meer in dienst was van [naam klant] wilde hij bij [naam klant] nagaan of zij akkoord waren met het melden van deze kwestie aan ons. Hij vroeg me intern nog niks te melden binnen ALD tot hij met [naam klant] gesproken had. Deze toezegging heb ik niet gedaan en op basis van interne afspraken heb ik dit kort na het gesprek met [contactpersoon 2] gemeld bij [x] . (…)’
2.8.
Op 4 september 2020 heeft ALD [werknemer] laten weten dat zij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen omdat zij vanwege het herhaaldelijk handelen in strijd met de geldende richtlijnen niet meer op hem kan vertrouwen. In het gesprek is [werknemer] een beëindigingsvoorstel gedaan.
2.9.
Op 14 september 2020 heeft [werknemer] zich ziek gemeld.
2.10.
Omdat geen overeenstemming over een beëindigingsregeling werd bereikt, is ALD op 5 oktober 2020 deze ontbindingsprocedure gestart.

3.Het verzoek

3.1.
Primair verzoekt ALD om de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden op grond van (ernstig) verwijtbaar handelen aan de zijde van [werknemer] (e-grond), zonder daarbij aan [werknemer] een transitievergoeding toe te kennen en bij het bepalen van de einddatum van de arbeidsovereenkomst geen rekening te houden met de geldende opzegtermijn. Het handelen van [werknemer] is ernstig verwijtbaar omdat hij bij herhaling in strijd met de geldende richtlijnen binnen ALD heeft gehandeld, ondanks (schriftelijke) waarschuwing en ondanks het feit dat hij doordrongen was van de richtlijnen. [werknemer] heeft als extern vertegenwoordiger van ALD een voorbeeldfunctie en diende dus extra alert te zijn op zijn integriteit. Hij heeft bewust het risico aanvaard dat de arbeidsrelatie met ALD onherstelbaar zou worden verstoord en dat ALD (imago-)schade zou leiden, welk risico zich inmiddels heeft verwezenlijkt. [werknemer] is hierdoor het vertrouwen van ALD onwaardig geworden.

4.Het verweer

4.1.
[werknemer] verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Daartoe is primair – samengevat – het volgende aangevoerd.
4.2.
[werknemer] heeft bij geen van de door ALD aangehaalde incidenten in strijd met het integriteitsbeleid van ALD gehandeld, op welke wijze dan ook. ALD heeft geen bewijs van de vermeende regelovertredingen overgelegd. Ten aanzien van [het derde incident] betwist [werknemer] dat hij toezeggingen heeft gedaan over de annulering van de busjes en dat hij in dat kader enig voordeel voor [naam klant] in het vooruitzicht heeft gesteld. Hij heeft nooit enige wederdienst gevraagd in relatie tot deze busjes. Ten aanzien van [het tweede incident] heeft [werknemer] altijd ontkend dat hij de integriteitsregels heeft geschonden. [werknemer] was het dan ook niet eens met de daarvoor gegeven waarschuwing. De eerste waarschuwing ( [klant 1] incident) betrof geen integriteitskwestie, maar een kwestie die kort na indiensttreding plaatsvond toen hij nog niet behoorlijk was ingewerkt. ALD heeft als gevolg hiervan geen financiële schade geleden, maar zelfs winst behaald.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
5.2.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is bepaald wat een redelijke grond is (artikel 7:669 lid 3 BW). Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 BW).
5.3.
[werknemer] heeft een beroep gedaan op het opzegverbod van artikel 7:670 lid 1 BW, zijnde het opzegverbod tijdens de eerste twee ziektejaren. Dit opzegverbod is inderdaad van toepassing, nu [werknemer] onbetwist heeft gesteld dat hij sinds 14 september 2020 arbeidsongeschikt is.
5.4.
Ingevolge artikel 7:671b lid 2 en 6 sub a BW kan de kantonrechter een ontbindingsverzoek niet inwilligen, indien er een opzegverbod geldt, tenzij het ontbindingsverzoek geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod betrekking heeft. Het ontbindingsverzoek van ALD is gebaseerd op verwijtbaar handelen door [werknemer] bestaande uit het (bij herhaling) overtreding van interne richtlijnen. De kantonrechter is van oordeel dat niet gebleken of aannemelijk is geworden is dat de ontslagbeslissing van ALD van 4 september 2020 verband houdt met de arbeidsongeschiktheid van [werknemer] . Het opzegverbod tijdens ziekte staat daarom niet aan toewijzing van het ontbindingsverzoek in de weg.
Redelijke grond – verwijtbaar handelen
5.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat [werknemer] gebonden is aan de bij ALD geldende integriteitsrichtlijnen en dat het voor ALD, als financiële dienstverlener en dochter van een grote Franse bank, van groot belang is dat deze richtlijnen strikt worden nageleefd. Evenmin is in geschil dat [werknemer] als senior Sales consultant bekend was met de richtlijnen en met het belang van strikte naleving daarvan.
5.6.
Er hebben zicht tijdens het dienstverband drie incidenten voorgedaan waarbij discussie is ontstaan over de naleving door [werknemer] van de richtlijnen. In de eerste twee incidenten ( [klant 1] en [klant 2] ) heeft ALD geen aanleiding heeft gezien de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te (willen) beëindigen, maar heeft zij volstaan met een waarschuwing. Het derde incident ( [klant 3] ) was voor ALD wél aanleiding het dienstverband te willen beëindigen. Daarmee is het ontbindingsverzoek gegrond op [het derde incident] en kunnen de eerdere incidenten op zichzelf staand niet tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst leiden. De eerdere incidenten zijn desondanks van belang voor de beoordeling van het ontbindingsverzoek, omdat zij dienen als onderbouwing van de stelling van ALD dat de handelwijze van [werknemer] in [het derde incident] niet op zichzelf staat, maar dat sprake is van het – ondanks waarschuwing - herhaaldelijk overtreden van de richtlijnen.
5.7.
Ten aanzien van het eerste incident ( [klant 1] ) heeft [werknemer] erkend dat hij van de geldende pricing processen is afgeweken door een andere restwaarde voor een lease-bus te hanteren dan de voorgeschreven restwaarde. Dat dit vlak na zijn indiensttreding is gebeurd en dat hierdoor geen financiële schade is geleden, doet naar het oordeel van de kantonrechter aan de regelovertreding op zichzelf niet af.
5.8.
Ten aanzien van [het tweede incident] is het verwijt van ALD dat [werknemer] [contactpersoon 1] een kosteloze 4-daagse rit naar het buitenland met een lease-auto ( […] cabrio) in het vooruitzicht had gesteld, terwijl hij wist dat de klant geen intentie had deze auto te leasen. Hiermee was volgens ALD sprake was van een ‘gunst’ die [werknemer] niet geregistreerd heeft en waarvoor hij geen goedkeuring van de leidinggevende en de Compliance Officer had. [werknemer] heeft wel overleg gezocht met Compliance Officer [compliance officer] maar is toen niet duidelijk geweest over de aard en de duur van de beoogde rit en de bedoelingen van de klant. Nadat [compliance officer] achter de werkelijke bedoeling van de proefrit was gekomen en de geboden mogelijkheid moest worden afgeblazen, heeft [werknemer] [contactpersoon 1] via collega [collega] in contact gebracht met [klant 2] . Bij [klant 2] heeft [contactpersoon 1] vervolgens aangegeven dat ALD akkoord was met de proefrit, waarna [klant 2] [contactpersoon 1] heeft moeten laten weten dat [klant 2] daar om compliance redenen niet aan kon meewerken, aldus nog steeds ALD.
5.9.
De kantonrechter is van oordeel dat ALD de hiervoor geschetste gang van zaken met de door haar overgelegde producties voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De betwisting door [werknemer] dat hij [contactpersoon 1] de bedoelde proefrit niet in het vooruitzicht heeft gesteld, maar dat hij haar na overleg over de mogelijkheden met [compliance officer] enkel heeft doorverwezen naar [klant 2] , overtuigt in het licht hiervan niet.
5.10.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is voldoende duidelijk dat [werknemer] bij de twee eerdere incidenten heeft gehandeld in strijd met de regels althans zich heeft bewogen op de grens wat binnen de organisatie van ALD toelaatbaar wordt geacht. De kantonrechter is van oordeel dat, mede in het licht hiervan, een ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege [het derde incident] gerechtvaardigd is, indien hetgeen [werknemer] in dat kader wordt aangewreven voldoende is komen vast te staan. Het verwijt dat ALD [werknemer] maakt is dat hij [contactpersoon 1] heeft aangeboden zijn best te doen de kosten voor de annulering van vijf bussen te beperken als in ruil daarvoor iemand uit zijn netwerk zou kunnen solliciteren op een vacature bij [naam klant] .
5.11.
[werknemer] heeft de verwijten gemotiveerd betwist. Hij heeft aangegeven dat hij de vraag over de annuleringen heeft doorgespeeld aan een collega ( [collega 2] ), tot wiens takenpakket annuleringen behoren. Volgens hem is er los van de annuleringen, op een heel ander moment, gesproken over vacatures. Ter zitting heeft [werknemer] desgevraagd toegelicht dat zijn e-mail van 5 december 2019 niet zag op annulering van de bussen maar op inbouwkasten, waarover [werknemer] met medeweten van collega [collega 2] overleg heeft gehad met de leverancier. Op een geheel ander moment heeft [contactpersoon 1] [werknemer] gevraagd of hij geïnteresseerd was in een openstaande Sales functie bij [naam klant] . [werknemer] heeft toen laten weten dat hij geen interesse had, maar mensen in zijn netwerk had die misschien geïnteresseerd zouden zijn. Naar aanleiding daarvan heeft [contactpersoon 1] hem de vacatures gemaild die hij heeft doorgestuurd aan twee mensen uit zijn netwerk. [werknemer] spreekt de losstaande gebeurtenissen dus niet tegen, maar maakt bezwaar tegen het feit dat ze door ALD aan elkaar zijn geknoopt.
5.12.
Waar dit verweer van [werknemer] op zich niet onaannemelijk is, is het bewijs van de stellingen van ALD terzake (nog) niet door haar geleverd. De kantonrechter acht de door ALD in dat verband overgelegde producties daarvoor onvoldoende. Omdat de aard van de procedure zich niet verzet tegen toepasselijkheid van het bewijsrecht als geregeld in de artikel 149 tot en met 207 Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en het bewijsrecht uit de dagvaardingsprocedure op grond van artikel 284 Rv van overeenkomstige toepassing is op de verzoekschriftprocedure, zal, ten behoeve van de waarheidsvinding, ALD conform haar bewijsaanbod in de gelegenheid worden gesteld overtreding door [werknemer] van de integriteitsregels in [het derde incident] aannemelijk te maken door alle middelen rechtens, meer in het bijzonder door het horen van getuigen. Uit hetgeen tussen partijen uitgewisseld is, zouden in elk geval de volgende personen dienaangaande kunnen verklaren: [contactpersoon 2] , [contactpersoon 1] en [collega 2] .
5.13.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
laat ALD toe te bewijzen feiten en omstandigheden waaruit volgt dat [werknemer] zijn hulp bij het annuleren van de bussen heeft aangeboden aan [naam klant] in ruil waarvoor iemand uit zijn netwerk zou kunnen solliciteren op een vacature bij [naam klant] ;
6.2.
bepaalt dat bewijslevering door middel van het overleggen van stukken plaatsvindt vóór of uiterlijk op 12 februari 2021;
6.3.
wanneer ALD voor bewijslevering getuigen wil laten horen, moeten uiterlijk op 1 februari 2021 het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven evenals de verhinderdata van
beidepartijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;
6.4.
stelt [werknemer] in de gelegenheid om uiterlijk op 1 maart 2021 een schriftelijke reactie te geven op door ALD aangedragen schriftelijke bewijsstukken;
6.5.
uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij het ontbreken van tijdig bericht van ALD wordt er van uitgegaan dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot bewijslevering.
Deze beschikking is gewezen door mr. M.Y.H.G. Erkens, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter