Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
E.C.C. Koppes, h.o.d.n. Optima Bewindvoering Alkmaarte Heerhugowaard, in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[rechthebbende]wonende te [woonplaats]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert eiser vergoeding van immateriële schade die hij stelt te hebben geleden door mishandeling door gedaagden. De kantonrechter heeft op 8 december 2021 uitspraak gedaan en de vordering afgewezen. Eiser heeft bij dagvaarding van 7 oktober 2020 de gedaagden, de bewindvoerder en een tweede gedaagde, aangeklaagd. Tijdens de zittingen op 27 mei 2021 en 9 november 2021 zijn de gedaagden verschenen, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiser niet heeft aangetoond dat hij immateriële schade heeft geleden. Hoewel eiser stelt dat hij pijnscheuten voelde en psychische klachten heeft, zijn er geen bewijsstukken overgelegd die deze claims onderbouwen. De kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de vordering en verklaart eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering tegen de bewindvoerder. De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagden, omdat eiser ongelijk heeft gekregen.