Op 2 december 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester om een woning te sluiten voor de duur van drie maanden wegens overtreding van de Opiumwet. De burgemeester had op 22 september 2021 besloten tot sluiting van de woning, nadat de politie een onderzoek had ingesteld naar aanleiding van een melding over drugsgerelateerde activiteiten in het pand. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de voorlopige voorziening, maar heeft geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was om het besluit te nemen. De voorzieningenrechter heeft de formele bezwaren van verzoeker tegen het besluit van de burgemeester niet gegrond verklaard en geconcludeerd dat de sluiting van de woning noodzakelijk was voor de bescherming van het woon- en leefklimaat. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de sluiting van het pand kon doorgaan.