Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 juli 2021 met producties;
- de incidentele conclusie houdende vordering tot het overleggen van bescheiden ex artikel 843a Rv
2.De feiten en het geschil in de hoofdzaak
3.De beoordeling in het incident
conceptaangifte erfbelasting. [gedaagde] beschikt daarmee niet over stukken aan de hand waarvan zij kan concluderen wat het vermogen van de nalatenschap van de vader van [eiseres] werkelijk is. Zij heeft een definitieve vermogensopstelling van de afwikkeling van de nalatenschap nodig ter onderbouwing van de door haar in de hoofdzaak te voeren verweren:
- i) dat de nalatenschap van de vader van [eiseres] niet negatief is en de legaten (deels) konden worden voldaan uit de nalatenschap; en
- ii) dat de door [eiseres] aangegane vaststellingsovereenkomst haar beweerdelijke schade niet heeft beperkt.
4.De beoordeling in de hoofdzaak
5.De beslissing
5 januari 2022voor conclusie van antwoord,