ECLI:NL:RBNHO:2021:10055

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
9 november 2021
Zaaknummer
9422776 \ AO VERZ 21-90
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen werknemer met betrekking tot mondkapjesplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden tussen Asito Transport Aircraft Services B.V. en de werknemer, die stelselmatig weigerde een mondkapje te dragen tijdens zijn werkzaamheden. Ondanks herhaalde waarschuwingen en gesprekken over het belang van het dragen van een mondkapje, volhardde de werknemer in zijn weigering, wat leidde tot de conclusie dat hij ernstig verwijtbaar had gehandeld. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever, Asito, een zwaarwegend belang had bij het handhaven van de mondkapjesplicht, gezien de coronamaatregelen en de eisen van hun klanten. De werknemer had niet alleen zijn eigen werkzaamheden belemmerd, maar ook die van zijn collega's, wat de werkgever in een lastige positie bracht. De kantonrechter oordeelde dat er geen mogelijkheid was voor herplaatsing van de werknemer en dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst gerechtvaardigd was. Tevens werd bepaald dat de werknemer geen recht had op een transitievergoeding en dat hij de proceskosten moest vergoeden. De beschikking werd uitgesproken op 5 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./repnr.: 9422776 \ AO VERZ 21-90
Uitspraakdatum: 5 november 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Asito Transport Aircraft Services B.V.
gevestigd te Almelo
verzoekende partij
verder te noemen: Asito
gemachtigde: mr. N. Wilmink
tegen
[werknemer]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [werknemer]
procederend in persoon.
De zaak in het kort
De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens verwijtbaar handelen van [werknemer] . Ondanks waarschuwingen heeft [werknemer] stelselmatig geweigerd een mondkapje te dragen tijdens de werkzaamheden. Door niet te voldoen aan niet alleen redelijke maar ook noodzakelijke verzoeken van Asito, heeft [werknemer] ernstig verwijtbaar gehandeld waardoor [werknemer] geen recht heeft op een transitievergoeding en de arbeidsovereenkomst per datum van de beschikking eindigt.

1.Het procesverloop

1.1.
Asito heeft een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. [werknemer] heeft stukken ingediend.
1.2.
Op 8 oktober 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. Asito en haar gemachtigde zijn verschenen. [werknemer] is niet verschenen. Asito heeft haar standpunt toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. Asito heeft ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft Asito bij brief van 29 september 2021 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[werknemer] , geboren [in 1989] , is sinds 24 november 2015 in dienst bij Asito. De functie van [werknemer] is medewerker transportmiddel I met een salaris van € 1.877,72 bruto per maand.
2.2.
Asito houdt zich bezig met de reiniging van vliegtuigen op de luchthaven Schiphol in opdracht van luchtvaartmaatschappijen zoals Air France-KLM, Emirates en Turkish Airlines.
2.3.
Vanwege de uitbraak van het coronavirus hanteren zowel de luchthaven Schiphol als de klanten van Asito een strikte mondkapjesplicht in (nagenoeg) alle ruimten op de luchthaven en aan boord van vliegtuigen.
2.4.
Bij brief van 17 september 2020 heeft Asito aan haar medewerkers kenbaar gemaakt dat tijdens de werkzaamheden altijd een mondkapje gedragen moet worden.
2.5.
[werknemer] heeft op 1 mei 2021, 31 juli 2021, 1 augustus 2021 en 2 augustus 2021 geweigerd om tijdens de werkzaamheden een mondkapje te dragen. Asito heeft diverse gesprekken gevoerd met [werknemer] , waarbij Asito [werknemer] heeft gewezen op het belang van het dragen van een mondkapje en hem gewaarschuwd dat een weigering gevolgen kan hebben voor zijn dienstverband.
2.6.
Bij brief van 2 augustus 2021 heeft Asito [werknemer] op non-actief gesteld en de loonbetaling stopgezet. De inhoud van de brief luidt als volgt, voor zover hier relevant:

Naar aanleiding van meerdere incidenten en het weigeren van het dragen van een mondkapje heeft er op 22 juli 2021 een gesprek plaatsgevonden (…). In dit gesprek is er gesproken over de reeks incidenten en over het belang van het dragen van een mondkapje tijdens de uitvoering van uw werkzaamheden. (…) Ondanks dit gesprek heeft u op zowel 31 juli als op 1 en 2 augustus jl., toen u moest werken, wederom geweigerd om een mondkapje te dragen. Het dragen van een mondkapje is verplicht gesteld en het niet opvolgen van deze regel brengt onnodig onze relatie met onze klant in gevaar, tevens toont u hiermee niet het goede voorbeeld richting uw collega’s en zet u hen er bewust of onbewust toe aan om ook geen mondkapje te dragen. Over het niet dragen van mondkapjes door personeel van Asito komen nu klachten binnen vanuit onze klanten. (…)
U gaf aan dat u veel weet over uw rechten en dat deze door het verplichten van het mondkapje zouden worden geschonden. Iedereen die medeplichtig is aan het schenden van uw rechten zou ook worden aangepakt. Ook bent u op alle dagen een half tot een uur in de kantine gebleven waarin u zich heeft uitgelaten over Asito tegenover uw collega’s (Asito verplicht u een mondkapje te dragen wat een schending is van uw rechten, u staat sterker dan Asito en draagt daarom geen mondkapje). (…)
Gezien de ernst van de gedragingen zullen wij juridische informatie inwinnen om te bezien welke maatregelen in deze passend zijn, waaronder de mogelijkheid van een ontslag op staande voet. Hangende dit onderzoek bent u tot nadere berichtgeving met onmiddellijke ingang op non-actief gesteld.
Op grond van artikel 7:628, lid 1 BW hebben wij de loonbetaling met onmiddellijke ingang stopgezet, omdat de non-actiefstelling vanwege uw gedragingen, voor uw eigen rekening en risico komt. (…)

3.Het verzoek

3.1.
Asito verzoekt de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te ontbinden vanwege – kort gezegd – (ernstig) verwijtbaar handelen, althans een verstoorde arbeidsverhouding, althans omstandigheden die zodanig zijn dat van Asito redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Als ontbinding op een van die gronden niet wordt toegewezen, verzoekt Asito om ontbinding wegens een combinatie van die omstandigheden. Tevens verzoekt Asito om de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke datum te ontbinden zonder toekenning van een transitievergoeding omdat [werknemer] een ernstig verwijt valt te maken.
3.2.
Asito heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat [werknemer] ondanks alle gesprekken en waarschuwingen weigert te voldoen aan de instructie om een mondkapje te dragen. Het dragen van een mondkapje is een redelijk verzoek. In verband met de coronapandemie verlangen de klanten van Asito dat de werknemers van Asito een mondkapje dragen bij het verrichten van de schoonmaakwerkzaamheden in het vliegtuig. Bovendien is Asito verplicht om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving voor haar medewerkers. Asito heeft dus een zwaarwegend (bedrijfs)belang om haar werknemers te instrueren om een mondkapje te dragen. Door te weigeren een mondkapje te dragen, kan [werknemer] niet tewerk gesteld worden.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt in de eerste plaats als volgt. Als reactie op het verzoekschrift van Asito heeft [werknemer] stukken ingediend waarmee hij – naar de kantonrechter aanneemt – verweer heeft willen voeren. De stukken van [werknemer] zijn onsamenhangend en voor de kantonrechter met geen mogelijkheid te begrijpen. Daarbij komt dat de stukken in de Engelse taal zijn opgesteld terwijl de voertaal in deze procedure Nederlands is. De kantonrechter zal daarom geen acht – kunnen - slaan op deze stukken.
4.2.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen partijen moet worden ontbonden.
4.3.
Een arbeidsovereenkomst kan alleen worden ontbonden als daar een redelijke grond voor is. In de wet, het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), is bepaald wat een redelijke grond is (artikel 7:669 lid 3 BW). Ook is voor ontbinding vereist dat herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt (artikel 7:669 lid 1 BW).
4.4.
Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor ontbinding, te weten verwijtbaar handelen van [werknemer] , die zodanig is dat van Asito in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Daarover wordt het volgende overwogen.
4.5.
Asito heeft als werkgever de bevoegdheid om redelijke voorschriften te geven over het verrichten van de arbeid en ter bevordering van de goede orde in de onderneming, en [werknemer] is als werknemer verplicht zich daaraan te houden (artikel 7:660 BW). Asito mocht daarom aan haar werknemers de verplichting opleggen om tijdens de werkzaamheden een mondkapje te dragen, in lijn met de op dat moment geldende richtlijnen van de luchthaven Schiphol en het RIVM. Daarbij weegt mee dat in een werkomgeving als deze meer dan gemiddeld strikte regels en protocollen gelden, waaraan iedereen die daar werkzaam is zich dient te houden.
4.6.
Vaststaat dat [werknemer] bij herhaling heeft geweigerd een mondkapje te dragen tijdens de werkzaamheden, met als gevolg dat hij zijn werkzaamheden niet kon uitvoeren. Ook staat vast dat Asito [werknemer] in diverse gesprekken heeft gewezen op het belang van het dragen van een mondkapje, waarbij zij [werknemer] heeft gewaarschuwd voor de gevolgen die de weigering voor zijn dienstverband kan hebben. Op de zitting heeft Asito toegelicht dat [werknemer] de voortgang van het werkproces belemmert door zich niet te conformeren aan de geldende gedragsregels, met als mogelijk risico dat klanten van Asito hun opdracht intrekken. De klanten van Asito verlangen dat de medewerkers van Asito een mondkapje dragen bij het verrichten van de schoonmaakwerkzaamheden in het vliegtuig, welke regel strikt wordt gehandhaafd.
4.7.
Gelet op het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat [werknemer] verwijtbaar heeft gehandeld door hardnekkig te weigeren om te voldoen aan de instructie van Asito om een mondkapje te dragen.
4.8.
Omdat sprake is van verwijtbaar handelen van [werknemer] , ligt herplaatsing niet in de rede (artikel 7:669 lid 1 BW). De conclusie is dan ook dat het verzoek van Asito zal worden toegewezen en dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden op grond van artikel 7:669 lid 3 aanhef en onder e BW.
4.9.
Vervolgens moet nog het standpunt van Asito worden beoordeeld of dit verwijtbare handelen van [werknemer] moet worden beschouwd als ernstig verwijtbaar handelen. Naar het oordeel van de kantonrechter is dat het geval.
4.10.
Een werknemer kan zijn recht op een transitievergoeding alleen kwijtraken in uitzonderlijke gevallen, waarin evident is dat het tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst leidende handelen of nalaten van de werknemer niet slechts als verwijtbaar, maar als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. De wetgever heeft de lat daarbij hoog gelegd. Het weigeren een mondkapje te dragen kan, zoals in deze zaak, een redelijke grond zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst maar haalt ‘an sich’ die lat niet. Hier heeft echter meer gespeeld. Op basis van hetgeen door Asito is aangevoerd is immers gebleken dat [werknemer] hardnekkig – meerdere malen – heeft geweigerd aan de redelijke – en vanuit de aard van de organisatie bezien noodzakelijke – verzoeken van Asito te voldoen. Daarbij is het zo dat [werknemer] kennelijk wel het belang inzag van het dragen van mond- en neusbescherming, want in plaats van een mondkapje gebruikte hij (in één geval) een sjaal of doek om zijn mond en neus te bedekken. Bovendien leidde zijn houding er niet alleen toe dat hij zelf niet aan het werk kon maar hij belemmerde daarmee ook anderszins de werkzaamheden van zijn collega’s waardoor Asito problemen kreeg, althans risico’s liep, bij het uitvoeren van haar werk. Op de zitting werd, desgevraagd, aanvullend nog aangevoerd dat Asito op zeker moment heeft geprobeerd om met [werknemer] te overleggen over een andere functie maar [werknemer] wilde daar, aldus Asito, niet over spreken. Dit geheel van feiten en omstandigheden maakt dat de kantonrechter van oordeel is dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van [werknemer] . Om die reden heeft [werknemer] geen recht op de transitievergoeding en zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden met ingang van de dag van deze beschikking. Omdat [werknemer] niet naar de zitting is gekomen, heeft de kantonrechter niet kunnen toetsen of er (persoonlijke) omstandigheden zijn die van invloed zijn geweest op het ernstig verwijtbare handelen van [werknemer] .
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [werknemer] , omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [werknemer] . Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van Asito worden vastgesteld op € 747,00.
De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van vandaag;
5.2.
bepaalt dat [werknemer] geen recht heeft op een transitievergoeding;
5.3.
veroordeelt [werknemer] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Asito tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 126,00
salaris gemachtigde € 747,00;
5.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. P.A. Charbon en ondertekend en in het openbaar uitgesproken door mr. J.A.M. Jansen op bovengenoemde datum, in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter