Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[werknemer sub 1] , wonende te [woonplaats]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Operations Manualvan Netjets staan als definities:
Duty: Any task that a crew member is required to carry out associated with
‘Crew Member Duty’van [werknemer sub 1] staat als
Home Base‘EHAM’ (Schiphol airport) vermeld. In een brief van 16 oktober 2018 van Netjets aan [werknemer sub 2] , met een aanbod voor indiensttreding staat als
‘gateway’EHAM Amsterdam Airport vermeld. In een door Netjets ondertekend formulier van de Sociale Verzekeringsbank staat als
‘home base’van [werknemer sub 4] Amsterdam vermeld.
‘in lieu of outstanding notice’ter hoogte van drie maandsalarissen.
3.Het verzoek
in lieu of notice’ en dat Netjets op basis van artikel 3.5 dan wel 3.6 van de arbeidsovereenkomst een contractuele beëindigingsvergoeding ter hoogte van één jaarsalaris verschuldigd is.
positioninggenoemd) was geen woon-werkverkeer; gedurende die reis vielen de vliegers onder het werkgeversgezag en verrichtten zij werkzaamheden. De vliegers ontvingen thuis per e-mail instructies voor de vluchten die zij moesten gaan uitvoeren. Schiphol was de
gateway airporten daarmee de thuisbasis van vliegers. Gelet op Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad van 16 december 1991 inzake de harmonisatie van technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van burgerluchtvaart (hierna: Verordening 3922/91) moet een thuisbasis aangewezen worden. De vliegtuigen van Netjets zijn niet op één specifieke plaats gestationeerd, maar om te bepalen waar de arbeidsinstrumenten zich bevinden kan ook worden gekeken naar bijvoorbeeld de trainingsfaciliteiten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
waarde vliegers gewoonlijk hebben gewerkt. Niet in geschil is dat dat land, gelet op de aard van de arbeidsovereenkomsten en de functie van vliegers, niet ondubbelzinnig kan worden vastgesteld.
vanuitwelk land de vliegers gewoonlijk hebben gewerkt. Tussen partijen is in geschil of kan worden vastgesteld vanuit welk land de arbeid gewoonlijk werd verricht. Volgens de vliegers is Nederland het land van waaruit de arbeid werd verricht, volgens Netjets kan dat land niet worden vastgesteld en is de Engelse rechter bevoegd als rechter van het land van de vestiging die de vliegers in dienst heeft genomen. De kantonrechter overweegt in dit verband als volgt.
in het geval van omstandigheden zoals in die zaak, mede in aanmerking moet worden genomen op welke plaats de luchtvaartuigen aan boord waarvan het werk gewoonlijk wordt verricht, gestationeerd zijn. In het Ryanair arrest is tevens bepaald dat het begrip ‘plaats waar (of van waaruit) de werknemer gewoonlijk werkt’, niet gelijk kan worden gesteld met het begrip ‘thuisbasis’ in de zin van bijlage III bij Verordening 3922/91, omdat laatstgenoemde Verordening niet naar de Brussel I-Verordening verwijst en evenmin dezelfde doelstellingen heeft. Het begrip thuisbasis vormt echter, zo heeft het Hof van Justitie bepaald, wel een factor die een belangrijke rol kan spelen bij de bepaling van de hiervoor genoemde aanwijzingen om de plaats van waaruit een werknemer gewoonlijk werkt vast te stellen.
Operations Manualgehanteerde begrip
home base.
‘De locatie die door de exploitant aan het bemanningslid is aangewezen en waar het bemanningslid in de regel een dienstperiode of een reeks dienstperioden aanvangt en beëindigt, en waar, onder normale omstandigheden, de exploitant niet verantwoordelijk is voor de accommodatie van het bemanningslid in kwestie.’In die verordening is het begrip dienstperiode als volgt gedefinieerd:
‘De periode die aanvangt wanneer een bemanningslid door de exploitant wordt opgeroepen voor een dienst en die eindigt zodra het bemanningslid vrij van alle diensten is.’
gateway airporthebben aangewezen, Schiphol als de thuisbasis van de vliegers worden gekwalificeerd. Daartoe is redengevend dat de dienstperiode van de vliegers aanvangt bij het begin van de tour van zes dagen, op het moment dat de vliegers zich op Schiphol melden voor de uitvoering van of reis naar hun eerste Netjets vlucht. Daarbij staat vast dat Netjets vanaf het moment dat de vliegers op Schiphol aankomen, niet meer verantwoordelijk is voor de accommodatie van de vliegers.
gateway airportaanwijzen als het vliegveld waarnaar zij na hun dienst terugkeren op kosten van Netjets. Ook kunnen de vliegers deze
gateway airport(tijdelijk) wijzigen. Uit de
Operations Manualvan Netjets volgt weliswaar dat de
home basevan de vliegers (waarvan de definitie overigens grotendeels overeenkomst met het begrip ‘thuisbasis’ uit de Verordening 3922/91) weliswaar door Netjets wordt aangewezen, maar uit de definitie van het begrip
gateway airportvolgt ook dat de
home basealtijd door Netjets wordt aangewezen overeenkomstig de door haar werknemer gekozen
gateway airport.Feitelijk komt dit erop neer dat de thuisbasis in de zin van de
Operations Manualniet door Netjets, maar door de vliegers wordt bepaald. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de thuisbasis van de vliegers anders dan in de Ryanair zaak in de voorliggende zaak slechts van beperkte relevantie is bij het bepalen van de hierna te bespreken aanwijzingen (vgl. 5.6.).
gateway airport(Schiphol). In de praktijk vervoerde Netjets de vliegers vanaf Schiphol met een lijnvlucht naar een luchthaven elders in Europa, Noord-Afrika of de oostkust van de VS. Vanuit daar startten de vliegers hun eerste transportopdracht. De conclusie is dat de plaats van waaruit de vliegers hun transportopdrachten verrichtten telkens wisselde en daarom niet is vast te stellen.
gateway airportwaar vandaan de vliegers huiswaarts gingen. Dat betekende dat de plaats waar naartoe de vliegers terugkeerden na de zesdaagse tour de plaats van de
gateway airportwas, die, zoals gezegd door de vliegers wordt bepaald.
gateway airportmoesten bevinden, die kort genoeg is om zich na ontvangst van de instructies tijdig te melden op de
gateway airport. Nu hiervoor is overwogen dat de vliegers hun
gateway airporttijdelijk of permanent kunnen wijzigen, staat niet vast dat zij in Nederland moeten zijn om instructies voor opdrachten te ontvangen. Verbleven zij bijvoorbeeld met hun gezin op een vakantieadres in het buitenland en wezen zij als
gateway airportaan een luchthaven in de buurt van hun vakantieadres, dan ontvingen zij hun instructies op een mobiel device dat zich dan logischerwijs op dat adres bevond. Ter zitting is gebleken dat het wijzigen van de
gateway airportgeen theoretische mogelijkheid is, maar dat dit in de praktijk ook gebeurde. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat de plaats van dit derde aanknopingspunt niet eenduidig is vast te stellen.