Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
R.C.A. Voste Den Helder
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Intacte VKB reconstructie. Geen afwijking aan menisci. Minimaal beenmergoedeem.”
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“dat onvoldoende is onderbouwd dat de benadeelde partij deze schade rechtstreeks heeft geleden ten gevolge van het strafbare feit. Er blijkt niet meer dan dat de moeder van de benadeelde partij deze schade heeft geleden.”[eiser] wijst er echter terecht op dat volgens vaste jurisprudentie in geval van letselschade de kosten van huishoudelijke hulp abstract berekend kunnen worden, en ook voor vergoeding in aanmerking kunnen komen als de hulp feitelijk kosteloos door familie is verleend, dus zonder dat concreet schade is geleden. Het moet dan gaan om werkzaamheden waarvan het in de situatie waarin het slachtoffer verkeert normaal en gebruikelijk is dat zij worden verricht door professionele, voor hun diensten gehonoreerde hulpverleners (Hoge Raad 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998).