Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 oktober 2020 in de zaak tussen
[X] , wonende te [Z] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Medemblik, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil
De woning kent een ondoelmatigheid aangezien het dak zodanig schuin loopt waardoor de bruikbaarheid van de verdieping gering is.
Op de grote berging is een dakbedekking met asbest gelegen. De aanwezigheid van asbest heeft invloed op de waarde van een woning. De waardedrukkende invloed dient te worden gesteld op het bedrag dat op de waardepeildatum door de veronderstelde koper zou worden gereserveerd voor de toekomstige verwijdering van de asbesthoudende materialen (ECLI:NL:HR:2001:AD7580). Bij de waardebepaling is hiermee onvoldoende rekening gehouden. Eiser wijst ten slotte op de in [Z] gerealiseerde verkoopprijzen van
- [C] (bouwjaar 1986, inhoud: 900 m³ en perceelgrootte 527 m²): op 12 december 2016 verkocht voor € 200.000;
- [D] (bouwjaar 1993, inhoud 375 m³ en perceelgrootte 10.986 m²): op 13 juli 2017 verkocht voor € 230.000 en
- [E] (bouwjaar 1976, inhoud 445 m³ en perceelgrootte 758 m²): op 20 februari 2017 verkocht voor € 250.000.
Beslissing
R. van der Vecht, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 26 oktober 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.