ECLI:NL:RBNHO:2020:8573

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
26 oktober 2020
Zaaknummer
8688075
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging ontslag op staande voet en gefixeerde schadevergoeding in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan in twee samenhangende zaken tussen [verzoeker] en A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe B.V.). De verzoeker, [verzoeker], heeft primair verzocht om het ontslag op staande voet te vernietigen en om doorbetaling van loon, terwijl A.S. Watson een tegenverzoek heeft ingediend voor een gefixeerde schadevergoeding. De achtergrond van de zaak betreft een ontslag op staande voet van [verzoeker] wegens diefstal van goederen uit de winkel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoeker] op 7 juni 2020 zonder toestemming twee testers en drie flessen parfum heeft meegenomen, wat heeft geleid tot het ontslag. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, omdat er sprake was van een dringende reden. De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] werden niet als voldoende gewichtige redenen gezien om het ontslag te herroepen. Het verzoek van [verzoeker] werd afgewezen, en A.S. Watson werd in het gelijk gesteld in haar verzoek om gefixeerde schadevergoeding, die werd vastgesteld op € 3.083,31, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8688075 \ AO VERZ 20-76 en 8691086 \ AO VERZ 20-78 (gevoegd) (rvk)
Uitspraakdatum: 26 oktober 2020
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76
verwerende partij in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. R. Kiewitt, advocaat te Alkmaar
[toevoegingsnrs.: 4OD7556 en 4OH5174]
tegen
de besloten vennootschap
A.S. Watson (Health & Beauty Continental Europe B.V.),
gevestigd te Renswoude
verwerende partij in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76
verzoekende partij in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
verder te noemen: A.S. Watson
gemachtigde: mr. B. Polman, advocaat te Utrecht

1.Het procesverloop

1.1.
In de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76 heeft [verzoeker] een verzoek gedaan, primair om een ontslag op staande voet te vernietigen, en subsidiair om toekenning van onder meer een transitievergoeding. A.S. Watson heeft een verweerschrift en een voorwaardelijk tegenverzoek ingediend.
1.2.
In de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78 heeft heeft A.S. Watson een verzoek gedaan om ten laste van [verzoeker] een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen. [verzoeker] heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
Op 28 september 2020 heeft een zitting plaatsgevonden in beide zaken. De kantonrechter heeft de zaken ter zitting, met instemming van partijen, gevoegd. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] en A.S. Watson hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de zitting heeft [verzoeker] bij brief van 21 september 2020 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren [geboortedatum] 1972, is sinds 4 juli 2005 in dienst bij A.S. Watson. De functie van [verzoeker] is eerste verkoopster met een salaris van € 1.654,29 bruto per maand.
2.2.
Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Drogisterijbranche 2017-2018 van toepassing.
2.3.
[verzoeker] was tot enig moment in 2016 werkzaam in het filiaal Buikslotermeerplein in Amsterdam. Zij is in dat jaar naar aanleiding van burn out-klachten en in het kader van re-integratie overgeplaatst naar het filiaal van A.S. Watson (ICI Paris XL) te Alkmaar.
2.4.
Na het einde van de werktijd op 7 juni 2020, is de tas van [verzoeker] bij het verlaten van de winkel gecontroleerd door de assistent-filiaalmanager. Geconstateerd is dat zich in de tas van [verzoeker] twee testers bevonden (flessen parfum die in de winkel staan en waarmee klanten het parfum in de winkel kunnen uitproberen). In het daaropvolgende gesprek met districtsmanager en de filiaalmanager is ontdekt dat [verzoeker] naast deze twee testers in haar tas, nog drie flessen parfum in haar jas had verborgen. [verzoeker] had geen toestemming om deze goederen van A.S. Watson mee te nemen.
2.5.
Naar aanleiding van deze bevindingen is [verzoeker] nog tijdens het gesprek op staande voet ontslagen.
2.6.
Het ontslag is per brief van 8 juni 2020 als volgt aan [verzoeker] bevestigd:
‘Redenen voor dit ontslag zijn:
  • U heeft zich onrechtmatig goederen toegeëigend, zonder dat u daartoe gerechtigd of gemachtigd was of anders daarvoor toestemming had verkregen. Het gaat om 1 tester van Dior Sauvage (100ml), 1 tester van Black Opium (50ml) en 2 verkoopproducten Opium (50ml).
  • Tijdens het gesprek op 7 juni met uw districtsmanager is aan u de vraag gesteld wanneer u bent begonnen met het onrechtmatig toe-eigenen van goederen en of dit al een langere tijd speelt. U heeft bekend dat u sinds oktober 2019 regelmatig goederen meeneemt uit het filiaal.
  • Over bovengenoemd punt heeft u een volledige schriftelijke bekentenis afgelegd;
  • U heeft de gedragsregels en procedures en de instructies gegeven door of namens A.S. Watson niet nageleefd, en daarmee heeft u uw plichten als werknemer op zeer grovelijke wijze veronachtzaamd;
  • Het vertrouwen dat wij u in u moeten kunnen stellen is hierdoor onherstelbaar beschadigd. Gelet op het vorenstaande kan van ons redelijkerwijs niet gevergd worden het dienstverband met u te continueren.
Deze verwijten gelden ieder voor zich doch tevens in samenhang beschouwd, als dringende reden die leiden tot ontslag op staande voet.
De arbeidsovereenkomst tussen u en onze onderneming is derhalve beëindigd op 7 juni 2020.(…)
2.7.
[verzoeker] heeft per e-mail van 16 juni 2020 protest aangetekend tegen het ontslag op staande voet.

3.Het verzoek in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter - primair - het ontslag op staande voet te vernietigen en A.S. Watson te veroordelen tot doorbetaling van loon. Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat geen sprake is van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. In dat kader heeft [verzoeker] het volgende aangevoerd.
3.2.
Diefstal levert niet onder alle omstandigheden een geldige reden voor een ontslag op staande voet. Er moet een belangenafweging plaatsvinden; die heeft echter niet plaatsgehad. Dat is in strijd met goed werkgeverschap.
[verzoeker] werkt al 15 jaar lang in de vestiging van ICI Paris, tot ieders tevredenheid. Zij maakt thans één fout, vanuit haar persoonlijke problematiek, en gelijk wordt de zwaarste sanctie opgelegd.
[verzoeker] was bovendien op het moment van het ontslag nog ziek. Zij is vanuit ziekte overgeplaatst van de vestiging Amsterdam naar de vestiging Alkmaar. De burn out-klachten die toen speelden waren in de zomer van 2020 nog niet voorbij. Vanuit cultureel bepaalde schaamte hield [verzoeker] de klachten voor zich. [verzoeker] heeft gehandeld onder invloed van de burn out-klachten en in een opwelling en uit frustratie. Zij heeft daar achteraf veel spijt van.
[verzoeker] kan zich niet herinneren of zij bij aanvang van het dienstverband bij op enige wijze op het beleid van A.S. Watson inzake diefstal is gewezen.
Voor [verzoeker] zal het in stand houden van het ontslag zeer grote gevolgen hebben. Zij vreest daarbij met name een vermelding in het fraude- register (FAD). Deze vermelding zal, ook gelet op haar leeftijd, tot gevolg hebben dat [verzoeker] binnen de detailhandel nooit meer aan het werk komt.
Op 7 juni 2020 heeft de werkgever een gesprek gevoerd met [verzoeker] . Dit gesprek was bijzonder onprettig. [verzoeker] kon zich niet laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. [verzoeker] werd onder (grote) druk gezet en heeft daardoor dingen gezegd die niet klopten.
3.3.
[verzoeker] heeft subsidiair een verzoek gedaan om A.S. Watson te veroordelen een transitievergoeding te betalen en een billijke vergoeding.

4.Het verweer en het tegenverzoek in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76

4.1.
A.S. Watson verweert zich tegen het verzoek. Daartoe is – samengevat – het volgende aangevoerd.
4.2.
[verzoeker] had geen toestemming om de artikelen mee naar huis te nemen. Er is dus sprake van diefstal. Dat vormt een dringende reden voor ontslag. A.S. Watson hanteert strikte regels omtrent het meenemen van producten. Die regels waren [verzoeker] bekend.
4.3.
Ook als [verzoeker] in een opwelling heeft gehandeld, staat dat aan het aannemen van een dringende reden niet in de weg. [verzoeker] heeft haar stelling op dit punt ook onvoldoende onderbouwd.
4.4.
Het gesprek dat op 7 juni 2020 plaatsvond, is volgens de regels verlopen. [verzoeker] is niet onder druk gezet.
4.5.
Het ontslag is proportioneel en de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] leggen tegenover de gedragingen onvoldoende gewicht in de schaal.
4.6.
[verzoeker] was niet ziek op het moment van het geven van het ontslag op staande voet. Een opzegverbod geldt niet, nog los van de omstandigheid dat een opzegverbod wegens ziekte niet in de weg staat aan een geldig ontslag op staande voet.
4.7.
Verder wordt bij wijze van voorwaardelijk tegenverzoek - voor het geval het ontslag op staande voet vernietigd wordt - verzocht om de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] te ontbinden. A.S. Watson legt aan dit tegenverzoek ten grondslag dat er sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] , en subsidiair van een verstoorde arbeidsverhouding. [verzoeker] heeft daarom ook geen recht op een transitievergoeding en de arbeidsovereenkomst kan met onmiddellijke ingang ontbonden worden.

5.Het verzoek in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78

5.1.
A.S. Watson verzoekt dat [verzoeker] veroordeeld wordt om de gefixeerde schadevergoeding te betalen, bestaande uit het bruto maandloon over de periode 8 juni 2020 tot en met 31 juli 2020, te weten € 3.083,81 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2020, omdat [verzoeker] door opzet of schuld een dringende reden voor het ontslag op staande voet heeft gegeven.

6.Het verweer in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78

6.1.
[verzoeker] voert verweer, waarop hierna voor zover van belang zal worden ingegaan.

7.De beoordeling

in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76 en in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
7.1.
De kantonrechter is van oordeel dat het ontslag op staande voet terecht is. Dat oordeel wordt hierna toegelicht.
7.2.
De wettelijke regels voor ontslag op staande voet staan in het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Volgens die regels is zo’n ontslag alleen geldig als daarvoor een dringende reden is (artikel 7:677 lid 1 BW). Ook moet er onverwijld worden opgezegd en moet de dringende reden onverwijld worden meegedeeld aan de werknemer. Onverwijld betekent dat dit direct of zo snel mogelijk moet gebeuren.
7.3.
In de wet staan voorbeelden van een dringende reden voor een ontslag op staande voet. Een dringende reden kan bijvoorbeeld zijn dat een werknemer zich schuldig maakt aan diefstal of verduistering, waardoor hij het vertrouwen van de werkgever onwaardig wordt (artikel 7:678 lid 2, onderdeel d, BW).
7.4.
De kantonrechter moet bij de beoordeling van de dringende reden alle omstandigheden van het geval in aanmerking nemen. Belangrijk is de aard en ernst van de dringende reden. Ook kunnen meespelen de duur van de dienstbetrekking en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Verder kan meewegen wat de gevolgen zijn voor de werknemer van een ontslag op staande voet. Maar ook als zo’n ontslag grote gevolgen heeft voor de werknemer, kan dat ontslag toch gerechtvaardigd zijn. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn vanwege de aard en de ernst van de dringende reden (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 21 januari 2000, te vinden op www.rechtspraak.nl onder nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4436 (Hema)).
7.5.
[verzoeker] heeft erkend dat zij op 7 juni 2020 twee testers en drie flessen parfum bestemd voor de verkoop, zonder daarvoor te betalen en zonder toestemming, heeft meegenomen uit de winkel. Dit heeft zij zowel in het gesprek op 7 juni 2020 als in deze procedure toegegeven. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de verklaring die [verzoeker] op 7 juni 2020 tegenover A.S. Watson heeft afgelegd, tot stand is gekomen onder invloed van ongeoorloofde druk van de kant van A.S. Watson. Bovendien betwist [verzoeker] de in het gesprek naar voren gekomen gang van zaken ook in deze procedure niet. Het staat dus vast dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal. Het maakt dan niet meer uit of haar eerdere verklaring geldig is of niet.
7.6.
De kantonrechter oordeelt dat het wegnemen van twee testers en drie flessen parfum zo ernstig is dat dit een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Daarbij is mede van belang dat de drie weggenomen parfum flessen die voor de verkoop bestemd zijn, een hoge verkoopprijs hebben (€ 107,95 en € 145,25).
7.7.
Dit oordeel blijft zo, ook al zou [verzoeker] zoals zij stelt en A.S. Watson betwist, de gedragsregels van A.S. Watson inzake diefstal nooit hebben ontvangen. Ook zonder dat een werkgever dat in voorschriften of reglementen opneemt, moet het voor een werknemer duidelijk zijn dat diefstal niet getolereerd wordt. Dat geldt te meer nu er in het filiaal waar [verzoeker] werkte dagelijks uitgangscontroles plaatsvinden, om diefstal van producten te voorkomen. [verzoeker] was daarmee bekend en had dus moeten begrijpen dat haar handelen ontoelaatbaar was en een reden voor ontslag zou kunnen zijn.
7.8.
De persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] wegen niet op tegen de aard en de ernst van de dringende reden. [verzoeker] heeft gesteld dat zij de testers en de flessen parfum heeft weggenomen omdat zij overspannen was en burn-outklachten had. [verzoeker] heeft dit echter onvoldoende onderbouwd. Uit de stukken die [verzoeker] op 21 september 2020 heeft ingestuurd, blijkt dat in elk geval niet. Daarbij komt dat [verzoeker] haar klachten niet met A.S. Watson heeft besproken. Dat mag wel van haar, als goed werknemer, verwacht worden. Dat er een wisseling van filiaalmanagers is geweest maakt dat niet anders. Ook de omstandigheid dat [verzoeker] zich vanwege haar culturele achtergrond mogelijk schaamde om problemen te bespreken, maakt dat niet anders
7.9.
[verzoeker] heeft er verder op gewezen dat zij al vijftien jaar voor A.S. Watson werkt, dat zij haar werk voor A.S. Watson altijd naar tevredenheid heeft verricht, dat zij geen vooruitzicht heeft op een baan en inkomsten en dat zij spijt heeft. Maar ook deze omstandigheden kunnen niet afdoen aan de aard en de ernst van de dringende reden. Daarvoor weegt het wegwegnemen van de goederen te zwaar. Die omstandigheden hoefden voor A.S. Watson daarom geen reden te zijn om [verzoeker] in dienst te houden.
7.10.
De conclusie is dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is.
in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76
het verzoek
7.11.
Het verzoek van [verzoeker] om vernietiging van dat ontslag zal daarom worden afgewezen. Er is dus ook geen grond om A.S. Watson te veroordelen het loon door te betalen.
7.12.
Ook het verzoek om A.S. Watson te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding wordt afgewezen. Hiervoor is geoordeeld dat sprake is van feiten en omstandigheden die een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet. Die feiten en omstandigheden brengen ook mee dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van [verzoeker] dat als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Er zijn geen feiten of omstandigheden komen vast te staan die maken dat het niet toekennen van de transitievergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is.
het tegenverzoek
7.13.
A.S. Watson heeft een tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gedaan voor het geval komt vast te staan dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd door het ontslag op staande voet. Hiervoor is geoordeeld dat het verzoek van [verzoeker] tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen. De arbeidsovereenkomst is dus wel geëindigd door het ontslag op staande voet. Dat betekent dat de voorwaarde waaronder A.S. Watson haar tegenverzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft gedaan, niet is vervuld. Het verzoek hoeft daarom niet te worden beoordeeld en er hoeft ook niet op te worden beslist.
7.14.
Omdat A.S. Watson in de zaak met nummer 8691086 \ AO VERZ 20-78 die hieronder behandeld wordt een verzoek heeft gedaan de gefixeerde schadevergoeding toe te kennen, zal het verzoek om toekenning van deze vergoeding dat A.S. Watson in deze zaak heeft gedaan, hier niet behandeld worden.
het verzoek
7.15.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat zij ongelijk krijgt en er sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] . Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van A.S. Watson (wegens de samenhang met de andere zaak) worden vastgesteld op € 360,-.
in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
7.16.
A.S. Watson verzoekt om de gefixeerde schadevergoeding als bedoeld in artikel 7:677 lid 3 BW.
7.17.
Op grond van artikel 7:677 lid 2 BW is de partij die door opzet of schuld aan de wederpartij een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen, aan de wederpartij een vergoeding verschuldigd, indien de wederpartij van die bevoegdheid gebruik heeft gemaakt. Uit hetgeen hiervoor is overwogen, volgt dat [verzoeker] in ieder geval door schuld aan A.S. Watson een dringende reden heeft gegeven om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Dat betekent dat [verzoeker] aan A.S. Watson een vergoeding verschuldigd is, die gelet op artikel 7:677 lid 3 BW gelijk is aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren.
7.18.
[verzoeker] heeft de hoogte van gevorderde vergoeding niet weersproken, zodat van de juistheid daarvan uitgegaan wordt. [verzoeker] heeft wel verzocht deze vergoeding te matigen. Matiging is echter op grond van het bepaalde in artikel 7:677 lid 5 sub a BW slechts mogelijk tot de benedengrens van het in geld vastgestelde loon over de periode dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voor te duren. De hoogte van de door A.S. Watson verzochte gefixeerde schadevergoeding is gebaseerd op deze benedengrens, zodat er geen ruimte is voor matiging.
7.19.
De wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (artikel 7:686a BW), dus vanaf 7 juni 2020.
7.20.
De proceskosten komen voor rekening van [verzoeker] , omdat sprake is van (ernstig) verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] . Daarbij zal het salaris van de gemachtigde van A.S. Watson (wegens de samenhang met de andere zaak) worden vastgesteld op € 360,-.

8.De beslissing

De kantonrechter:
in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76
8.1.
wijst het verzoek af;
8.2.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van A.S. Watson tot en met vandaag vaststelt op € 360,- aan salaris gemachtigde;
in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
8.3.
veroordeelt [verzoeker] om aan A.S. Watson te betalen € 3.083,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 7 juni 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
8.4.
veroordeelt [verzoeker] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van A.S. Watson tot en met vandaag vaststelt op:
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 360,00
in de zaak 8688075 \ AO VERZ 20-76 en in de zaak 8691086 \ AO VERZ 20-78
8.5.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. I.H. Lips, kantonrechter en op 26 oktober 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter