Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
verder te noemen: [eiser]
verder te noemen: [gedaagde]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. E.Ph. Schölvinck, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. M.P. Dol, ter zitting bijgestaan door mr. A. Geerts. De vordering betreft onbetaalde facturen die eiser heeft gestuurd aan gedaagde, die in dienst was bij PHA B.V. Eiser heeft gedaagde gedagvaard op basis van de stelling dat gedaagde als deelnemer aan de beurs 'First Art Fair' verantwoordelijk is voor de betaling van de facturen. Gedaagde betwist echter dat hij de contractspartij is en stelt dat de overeenkomst tot stand is gekomen tussen PHA B.V. en eiser, niet tussen hemzelf en eiser.
Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat eiser geen bewijs heeft geleverd van de aanmelding van PHA B.V. voor de beurs en dat de facturen niet aan gedaagde zijn gericht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat eiser niet heeft aangetoond dat gedaagde de contractspartij is en dat de vorderingen van eiser daarom moeten worden afgewezen. De proceskosten zijn voor rekening van eiser, omdat deze ongelijk heeft gekregen. De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad.