ECLI:NL:RBNHO:2020:7956
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen opgelegde OV-boetes wegens termijnoverschrijding en bekendmaking
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. Q. Overeijnder, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door mr. T. Holtrop. Eiser had bezwaar gemaakt tegen verschillende OV-boetes die hem in 2018 waren opgelegd, maar het bezwaar werd door de verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiser stelde dat hij de besluiten niet op de juiste wijze had ontvangen, omdat deze enkel digitaal waren verzonden zonder notificatie. De rechtbank oordeelde dat eiser had gekozen voor digitale communicatie en dat hij verantwoordelijk was voor het regelmatig controleren van zijn digitale berichtenbox. Eiser voerde ook aan dat zijn PDD-NOS- en ADD-aandoeningen hem belemmerden in het tijdig indienen van bezwaar, maar de rechtbank vond deze stelling niet voldoende onderbouwd. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigde de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar.