ECLI:NL:RBNHO:2020:7956

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
8 oktober 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 1744
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen opgelegde OV-boetes wegens termijnoverschrijding en bekendmaking

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. Q. Overeijnder, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, vertegenwoordigd door mr. T. Holtrop. Eiser had bezwaar gemaakt tegen verschillende OV-boetes die hem in 2018 waren opgelegd, maar het bezwaar werd door de verweerder niet-ontvankelijk verklaard. Eiser stelde dat hij de besluiten niet op de juiste wijze had ontvangen, omdat deze enkel digitaal waren verzonden zonder notificatie. De rechtbank oordeelde dat eiser had gekozen voor digitale communicatie en dat hij verantwoordelijk was voor het regelmatig controleren van zijn digitale berichtenbox. Eiser voerde ook aan dat zijn PDD-NOS- en ADD-aandoeningen hem belemmerden in het tijdig indienen van bezwaar, maar de rechtbank vond deze stelling niet voldoende onderbouwd. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigde de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/1744

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 augustus 2020 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser
(gemachtigde: mr. Q. Overeijnder),
en
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, verweerder
(gemachtigde: mr. T. Holtrop).

Procesverloop

Bij verschillende besluiten genomen in april, mei en juni 2018 heeft verweerder eiser OV-boetes opgelegd van respectievelijk € 2.134,-, € 388,- en € 194,-.
Bij besluit van 26 maart 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek in deze zaak heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2020. In verband met de coronaproblematiek is dit middels een skype-gesprek gebeurd. Hieraan hebben eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde en gemachtigde van verweerder deelgenomen.

Overwegingen

1. Partijen zijn verdeeld over de vraag of de overschrijding van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eiser kan worden verweten.
2.1.
Eiser stelt zich – zo begrijpt de rechtbank – allereerst op het standpunt dat verweerder de besluiten niet op de juiste wijze bekend heeft gemaakt nu deze nooit schriftelijk zijn toegezonden maar slechts, zonder dat hij daarvan een notificatie heeft ontvangen, in een digitale berichten box zijn geplaatst. Deze berichten heeft hij niet (op tijd) gelezen. Ter zitting heeft eiser voorts betwist dat hij ervoor zou hebben gekozen om berichten van verweerder digitaal te ontvangen.
2.2.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Uit het op de zitting besproken gedingstuk 47.2 volgt genoegzaam dat eiser heeft gekozen voor ‘alleen digitaal versturen’ van aan hem gerichte berichten. Niet weersproken is dat de besluiten waartegen eiser bezwaar heeft gemaakt, overeenkomstig de keuze van eiser op ‘Mijn DUO’ zijn geplaatst. Gelet hierop is het besluit naar het oordeel van de rechtbank op juiste wijze bekend gemaakt. Eiser had rekening moeten houden met de mogelijkheid van berichtenverkeer zonder voorafgaande notificatie. Hij had er verstandig aan gedaan door regelmatig in te loggen om zijn inbox te controleren. Dat hij dat (mogelijk) heeft nagelaten is een omstandigheid die aan hem kan worden toegerekend.
3.
3.1.
Eiser stelt vervolgens dat hem niet kan worden verweten dat hij te laat bezwaar heeft gemaakt nu hij vanwege een PDD-NOS- en ADD-aandoening chaotisch en vergeetachtig is.
3.2.
Deze beroepsgrond slaagt evenmin. De enkele (niet nader onderbouwde) stelling dat eiser de diagnoses PDD-NOS en ADD heeft is onvoldoende om aan te nemen dat eiser niet in staat is om zijn inbox regelmatig te controleren, of te organiseren dat derden (bijvoorbeeld zijn ouders) dit voor hem controleren. Ook deze omstandigheid kan dus niet leiden tot het oordeel dat eiser niet kan worden verweten dat hij te laat bezwaar heeft ingesteld.
Verweerder heeft het bezwaarschrift van eiser gelet hierop op goede gronden niet-ontvankelijk verklaard.
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 26 augustus 2020 door mr. M.P. de Valk, rechter, in aanwezigheid van F. Voskamp, griffier. In verband met de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet in het openbaar uitgesproken. Zodra dit weer mogelijk is zal deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar worden uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.