Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Cliënte geeft er – met name vanuit het belang van rust op de werkvloer - de voorkeur aan dat uw cliënt zijn werkzaamheden tot nader order niet hervat. Echter, als wedertewerkstelling de uitdrukkelijke wens is van uw cliënt, dan zal cliënte uw cliënt daartoe onder voorwaarden in de gelegenheid stellen.’’
‘Ten aanzien van een ‘’vrijstelling van werk’’: Uw cliënte heeft vrijgesteld tot vandaag uit mijn hoofd: cliënte zal dus ook gewoon komen werken (dat wil zeggen eigen werkplek, eigen werk etc.). Uw stelling dat cliënt ‘’onder voorwaarden’’ wordt toegelaten. Uw cliënte dient cliënt gewoonweg toe te laten tot zijn werk. Als zij dat niet doet dient zij een nogal klemmende reden te hebben, nu het alsdan op een ‘’verplichte vrijstelling’’ (lees: non-actiefstelling) gaat lijken. Vaste jurisprudentie is dat een werknemer niet verplicht vrijgesteld kan worden ‘’omdat’’ de werkgever van plan is een einde van een dienstverband te realiseren.’
‘’Onderwerp van dit gesprek is een recentelijk door Bovertis gedane ontdekking van een (mogelijk) datalek, bestaande uit een ongeoorloofde verwerking van bedrijfsgevoelige data. Als systeem-en applicatiebeheerder bij Bovertis is jouw kennis en kunde geheel gericht op (onder andere) de verwerking van datastromen. Jouw expertise op dit punt is dus gewenst.
‘’Samenvattend hebben wij het volgende geconstateerd: – op 9, 16, 19 en 21 januari is vanaf het IP adres [ip-adres] verbinding gemaakt met de VPN server van Bovertis waarna kopieën zijn gemaakt van de mailboxen van [algemeen directeur] en [operationeel directeur] ;
3.Het verzoek
€ 22.080,93 bruto. Verder verzoekt [werknemer] de wettelijke rente over voornoemde bedragen, de buitengerechtelijke incassokosten van € 875,- en de proceskosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 39). De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven, omdat daarvoor een dringende reden aanwezig was. Hoewel een dringende reden niet zonder meer samenvalt met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer, leveren de feiten en omstandigheden die de dringende reden vormen in dit geval ook een dergelijke ernstige verwijtbaarheid op. Immers, die feiten en omstandigheden zijn van dien aard dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van handelen of nalaten van de werknemer dat, mede gezien de voorbeelden genoemd in de wetsgeschiedenis, als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Dat betekent dat de transitievergoeding niet verschuldigd is en het verzoek van [werknemer] zal worden afgewezen.