In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen El Al Israel Airlines Ltd. naar aanleiding van een vertraging van meer dan drie uur van vlucht LY336 op 27 mei 2018 van Amsterdam-Schiphol naar Tel Aviv. De passagiers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben compensatie gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. El Al heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de passagiers in strijd met de algemene voorwaarden hebben gehandeld door zich direct tot een derde partij te wenden voor het indienen van de compensatievordering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat een beding in de algemene voorwaarden van El Al, dat de passagiers verplichtte om eerst contact op te nemen met El Al, als oneerlijk moet worden aangemerkt en vernietigd is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de passagiers tot betaling van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente, toewijsbaar is, evenals de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is afgewezen, omdat de passagiers onvoldoende hebben aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke incassowerkzaamheden. Het vonnis is uitgesproken door mr. L.M. de Vries op 2 september 2020.