ECLI:NL:RBNHO:2020:7270

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
16 september 2020
Zaaknummer
8070455 \ CV EXPL 19-14469
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatievordering passagiers tegen luchtvaartmaatschappij El Al wegens vertraging

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen El Al Israel Airlines Ltd. naar aanleiding van een vertraging van meer dan drie uur van vlucht LY336 op 27 mei 2018 van Amsterdam-Schiphol naar Tel Aviv. De passagiers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden, hebben compensatie gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. El Al heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de passagiers in strijd met de algemene voorwaarden hebben gehandeld door zich direct tot een derde partij te wenden voor het indienen van de compensatievordering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft eerder in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat een beding in de algemene voorwaarden van El Al, dat de passagiers verplichtte om eerst contact op te nemen met El Al, als oneerlijk moet worden aangemerkt en vernietigd is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de passagiers tot betaling van € 800,00, vermeerderd met wettelijke rente, toewijsbaar is, evenals de proceskosten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten is afgewezen, omdat de passagiers onvoldoende hebben aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke incassowerkzaamheden. Het vonnis is uitgesproken door mr. L.M. de Vries op 2 september 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8070455 \ CV EXPL 19-14469
Uitspraakdatum: 2 september 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

2.
[passagier sub 2]
beiden wonende te [woonplaats] , Israël
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigden: mr. D.E. Lof en mr. E.J. Hoekstra
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
El Al Israel Airlines Ltd.
gevestigd te Tel Aviv, Israël en mede kantoorhoudende te Amstelveen
gedaagde
hierna te noemen: El Al
gemachtigde: mr. P.M. Jongeling

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 12 augustus 2019 een vordering tegen El Al ingesteld. El AL heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna El Al een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met El Al een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan El Al de passagiers diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Tel Aviv, Israël met vlucht LY336 op 27 mei 2018, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
AirHelp heeft namens de passagiers compensatie van El Al gevorderd in verband met voornoemde vertraging. De luchtvaartmaatschappij heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.4.
Namens AirHelp heeft gemachtigde op 8 juli 2019 El Al schriftelijk aangemaand tot betaling over te gaan uiterlijk twee weken later, aan welke aanmaning El Al geen gevolg heeft gegeven.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat El Al, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van het vonnis.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat El Al vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
El Al betwist de vordering. Zij voert aan dat de passagiers in strijd met de toepasselijke algemene voorwaarden hebben gehandeld. Op grond van artikel 2.4.4. van haar algemene voorwaarden hadden de passagiers eerst rechtstreeks contact moeten opnemen met El Al en hadden zij haar 30 werkdagen de tijd moeten geven om op de vordering te reageren. Nu de passagiers dat niet hebben gedaan, maar zich direct hebben gewend tot een derde partij, hebben zij in strijd met de algemene voorwaarden gehandeld waardoor El Al onnodig wordt geconfronteerd met extra kosten.
4.2.
Voorts voert El Al verweer tegen de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
El Al heeft aangevoerd dat de passagiers in strijd met haar algemene voorwaarden hebben gehandeld door zich meteen tot een derde partij te wenden voor het indienen van de compensatievordering bij El Al en door El Al niet de termijn van 30 werkdagen te gunnen om op de vordering te reageren. El Al beroept zich daarbij op artikel 2.4.4. van de op de vervoersovereenkomst toepasselijke Algemene Voorwaarden. De kantonrechter overweegt dat eerder bij vonnis van 15 juli 2020 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder ECLI:NL:RBNHO:2020:5580) van deze rechtbank is geoordeeld dat artikel 2.4.4. van de algemene voorwaarden van El Al als een oneerlijk beding moet worden aangemerkt in de zin van de bijlage bij de Richtlijn 93/13 punt 1, sub q van die bijlage (de zgn. blauwe lijst). Artikel 2.4.4. van de algemene voorwaarden van El Al is door de kantonrechter in voormeld vonnis vernietigd en dient dan ook buiten toepassing te blijven.
5.3.
Nu El Al voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.4.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. El Al heeft deze vordering gemotiveerd betwist. De passagiers hebben hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van El Al, omdat deze grotendeels ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt El Al tot betaling aan de passagiers van € 800,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2018, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
6.2.
veroordeelt El Al tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 99,01;
griffierecht € 231,00
salaris gemachtigde € 240,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter