ECLI:NL:RBNHO:2020:5580

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juli 2020
Publicatiedatum
22 juli 2020
Zaaknummer
7897795 CV EXPL 19-10016
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oneerlijk beding in algemene voorwaarden luchtvaartmaatschappij betreffende vertegenwoordiging bij claims

In deze zaak hebben drie passagiers een vordering ingesteld tegen El Al Israel Airlines Ltd. wegens vertraging van hun vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Tel Aviv op 5 februari 2019. De passagiers, vertegenwoordigd door AirHelp, vorderen compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. El Al heeft de claim afgewezen op basis van een bepaling in haar algemene voorwaarden die stelt dat claims niet in behandeling worden genomen indien de passagier zich laat vertegenwoordigen door een derde partij zonder eerst El Al de kans te geven om direct te reageren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze bepaling als oneerlijk moet worden aangemerkt, omdat deze de rechten van de consument verstoort en hen belemmert in het indienen van een claim. De rechter heeft de vordering van de passagiers toegewezen, waarbij El Al werd veroordeeld tot betaling van € 1.200,00 plus wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter heeft de bepaling in de algemene voorwaarden van El Al vernietigd en buiten toepassing verklaard, omdat deze in strijd is met de richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7897795 \ CV EXPL 19-10016
Uitspraakdatum: 15 juli 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2. [passagier sub 2] ,

3. [passagier sub 3] ,

allen wonende te [woonplaats] (Israël),
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. D.E. Lof, mr. E.J. Hoekstra,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
El Al Israel Airlines Ltd.,
gevestigd te Tel Aviv (Israël),
gedaagde,
hierna te noemen: El Al,
gemachtigde: mr. P.M. Jongeling.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 7 juni 2019 een vordering tegen El Al ingesteld. El Al heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna El Al een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met El Al een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan El Al de passagiers op 5 februari 2019 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Tel Aviv (Israël) met vlucht LY 338 (hierna: de vlucht).
2.2.
Volgens de overgelegde boekingsbevestiging zou de vlucht om 11:35 uur lokale tijd vertrekken vanuit Amsterdam-Schiphol en om 17:00 uur lokale tijd in Tel Aviv arriveren. De vlucht is met vertraging uitgevoerd waardoor de passagiers hun eindbestemming meer dan drie uur later dan gepland hebben bereikt.
2.3.
AirHelp heeft namens de passagiers compensatie van El Al gevorderd in verband met voornoemde vertraging. De luchtvaartmaatschappij heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
2.4.
Namens AirHelp heeft gemachtigde op 13 mei 2019 El Al schriftelijk aangemaand tot betaling over te gaan uiterlijk twee weken later, aan welke aanmaning El Al geen gevolg heeft gegeven.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat El Al bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat El Al vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
El Al betwist de vordering. Zij voert aan dat de passagiers in strijd met de toepasselijke algemene voorwaarden hebben gehandeld. Op grond van artikel 2.4.4. van haar algemene voorwaarden hadden de passagiers eerst rechtstreeks contact moeten opnemen met El Al en hadden zij haar 30 werkdagen de tijd moeten geven om op de vordering te reageren. Nu de passagiers dat niet hebben gedaan, maar zich direct hebben gewend tot een derde partij, hebben zij in strijd met de algemene voorwaarden gehandeld waardoor El Al onnodig wordt geconfronteerd met extra kosten.
4.2.
Voorts voert El Al verweer tegen de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
El Al heeft aangevoerd dat de passagiers in strijd met haar algemene voorwaarden hebben gehandeld door zich meteen tot een derde partij te wenden voor het indienden van de compensatievordering bij El Al en door El Al niet de termijn van 30 werkdagen te gunnen om op de vordering te reageren. El Al beroept zich daarbij op artikel 2.4.4. van haar algemene voorwaarden:
“We will not process any claims submitted by a third party if the passenger concerned has not submitted the claim directly to us and allowed us reasonable time to respond directly to them before engaging third parties to claim on their behalf. For this section reasonable time is 30 working days or such time as prescribed by applicable law (whichever is lesser).”
5.3.
De overeenkomst tussen El Al en de passagiers moet worden aangemerkt als een consumentenovereenkomst als bedoeld in Richtlijn 93/13/EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). El Al is immers een rechtspersoon die handelt in het kader van haar privaatrechtelijke bedrijfsactiviteit en de passagiers zijn een natuurlijke personen, waarvan niet is gebleken dat zij bedrijfs- of beroepsmatig handelen. In de richtlijn is bepaald (artikel 3) dat een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld – El Al heeft dit niet gesteld – als oneerlijk wordt beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. De kantonrechter is dan ook verplicht om ambtshalve na te gaan of het beding, waarop El Al zich beroept, oneerlijk is in de zin van de richtlijn, en moet dat beding vernietigen indien het beding oneerlijk is (Hoge Raad, 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691).
5.4.
De passagiers doen bij repliek een beroep op de oneerlijkheid van het beding, omdat het volgens hen een belemmering vormt voor de indiening van de vordering. Het beding waarop El Al zich in deze procedure beroept (artikel 2.4.4. van haar algemene voorwaarden), houdt onder meer in dat een beroep op compensatiebetaling op grond van de Verordening door El Al niet in behandeling wordt genomen, indien de passagiers zich bij de indiening van deze claim laten vertegenwoordigen door een derde. Eerst nadat El Al de vordering heeft afgewezen of niet binnen 30 werkdagen heeft gereageerd, kunnen de passagiers – aldus El Al – een derde inschakelen om een vordering te innen. El Al voert in deze procedure aan dat van het voorgaande geen sprake is geweest.
5.5.
El Al betwist in haar conclusie van dupliek dat artikel 2.4.4 van haar algemene voorwaarden een oneerlijk beding betreft. Zij heeft immers enkel voor ogen dat de claim op de juiste gronden en zo snel mogelijk voor een passagier kan worden afgehandeld. Daarnaast betreft de periode tussen de, namens AirHelp verstuurde, sommatie van 20 mei 2019 (de kantonrechter begrijpt 13 mei 2019) en het betekenen van de dagvaarding 24 dagen (de kantonrechter begrijpt 26 dagen). De passagiers hebben een extreem korte termijn gehanteerd alvorens tot dagvaarden is overgegaan, aldus El Al. Een en ander impliceert dat de passagiers de met El Al overeengekomen termijn niet respecteren en “systeem” enkel gebruiken voor eigen gewin waardoor zij onnodig geconfronteerd wordt met extra kosten, aldus nog steeds El Al. Nog daargelaten dat zij dit kostenaspect niet heeft onderbouwd en ook niet is gebleken dat El Al door het contact via de gemachtigde van de passagiers te laten verlopen wordt benadeeld, heeft de bepaling kennelijk tot doel het uitschakelen van claimbureaus, doch dit mag nimmer ten koste gaan van de rechten van een consument.
5.6.
Het staat El Al wel vrij om aan haar passagiers mee te geven dat wanneer passagiers rechtstreeks een compensatievordering bij haar indienen dit tot een snellere afwikkeling van de claim leidt, maar El Al mag daar niet de voorwaarde aan verbinden dat de claim niet in behandeling wordt genomen indien de passagier zich daarbij laat vertegenwoordigen door een gemachtigde. Het laten bijstaan door een gemachtigde is een recht dat de consument heeft. El Al heeft geen gerechtvaardigd belang om deze bijstand aan de consument te ontzeggen met daaraan ook nog eens gekoppeld de bepaling dat de claim niet zal worden behandeld (zie artikel 2.4.4. van die voorwaarden). Door op deze wijze het recht op bijstand aan de consument te ontzeggen, wordt het evenwicht ten nadele van de consument verstoord. Het is ook aannemelijk te achten dat El Al zelf bij de afhandeling van claims wel gebruik maakt van ter zake deskundigen. Door vervolgens in deze procedure aan te voeren dat de passagiers, nu deze zich direct hebben laten bijstaan door een gemachtigde, onnodig extra kosten hebben gemaakt, is duidelijk dat El Al met deze bepaling louter de bedoeling heeft de rechten van de consument te beperken. Op grond van de bijlage bij de Richtlijn 93/13 punt 1, sub q van die bijlage (de zgn. blauwe lijst) worden bedingen, die tot doel of gevolg hebben het indienen van een beroep of het instellen van een rechtsvordering door de consument te beletten of te belemmeren, vermoed oneerlijk te zijn. Gelet op het hiervoor overwogene is de kantonrechter van oordeel dat artikel 2.4.4. van de algemene voorwaarden van El Al als een oneerlijk beding moet worden aangemerkt, zodat deze bepaling moet worden vernietigd en buiten toepassing dient te blijven.
5.7.
Nu El Al voor het overige geen verweer heeft gevoerd, zal de vordering tot betaling van de hoofdsom, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht worden toegewezen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
5.8.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. El Al heeft deze vordering gemotiveerd betwist. De passagiers hebben hiertegenover onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van El Al, omdat deze grotendeels ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt El Al tot betaling aan de passagiers van € 1.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 5 februari 2019 tot aan de dag van algehele voldoening;
6.2.
veroordeelt El Al tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 104,39;
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 240,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter