Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de meervoudige douanekamer van 1 september 2020 in de zaak tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Geschil5. In geschil is de indeling van het product in de GN.
GS-post 3305 luidt als volgt:
shampoos bevattende zeep of andere tensioactieve stoffen(zie
Aantekening 1 c IDRop hoofdstuk 34), en
andere shampoos.Al deze shampoos kunnen bijkomstig farmaceutische zelfstandigheden of ontsmettingsmiddelen bevatten, of therapeutische of profylactische eigenschappen bezitten (zie
Aantekening 1 e IDRop hoofdstuk 30);
permanent-haargolfpreparatenen
preparaten voor het ontkrullen;
haarlak;
brillantine, haarolie, pommade, fixatief, haarverfen
haarbleekmiddelen.Preparaten voor gebruik op andere behaarde delen van het lichaam dan de schedelhuid vallen onder post 33.07.
GS-post 3808 luidt – voor zover van belang – als volgt:
voor de verkoop in het kleinals insectendodende middelen, desinfecteermiddelen, enz., of in vormen (bollen, ook op een draad geregen tabletten en dergelijke), waaruit kennelijk blijkt dat zij bestemd zijn voor de verkoop in het klein voor dezelfde doeleinden.
insectendodende middelenworden niet alleen producten verstaan die bedoeld zijn voor het uitroeien van insecten, maar ook producten die insecten verdrijven of aanlokken. Deze producten zijn opgemaakt in verschillende vormen, bijvoorbeeld spuitbussen of blokjes (tegen motten), olie en staafjes (tegen muggen), poeder (tegen mieren), plaatjes (tegen vliegen), kiezelgoer of karton geïmpregneerd met cyaan (tegen vlooien en luizen).