Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
voor recht verklaard dat de CAO voor het Bakkersbedrijf van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van [werkneemster] .
‘’Ze had rood haar dat was het meest opvallende.’
‘’Het was een vrouw met donker haar tussen de 45 – 55 jaar.’
‘’ [werkgever] , zoals je al gemerkt heb zit ik door alles wat gaande is niet lekker in mijn vel. Ik heb hierdoor diverse malen mijn huisarts bezocht. Bij deze meld ik me nu ziek, want dit trek ik allemaal niet meer.’
‘’Ik ben van mening dat het van groot belang is de gerezen kwestie te bespreken en op te lossen. Ik raad u aan om eerst met betrokkene af te stemmen, omtrent de huidige situatie. U kunt dan samen nader in gesprek gaan over de oplossing. Indien dit niet lukt adviseer ik u om een mediator in de hand te nemen. Ik adviseer voorafgaand aan werkhervatting met elkaar in gesprek te gaan. Het is dan ook van belang op korte termijn tot afstemming te komen met uw medewerker.’
‘’ [werkgever] , na aanleiding van de brief heb ik toch maar even gebeld met zorg van de zaak. Hij heeft mij alles duidelijk uitgelegd. Zoals ik je eerder aangaf hebben wij 3 x eerder gesproken met elkaar en ben jij alleen maar zeer negatief over mij.. hierdoor ben ik uiteindelijk bij de arbodienst beland. Ik heb ook totaal geen vertrouwen in een gesprek alleen met jou. De heer heeft mij ook verteld dat jij al een interventie advies heb gekregen dat jij dient op te volgen. Ik vind het weer ongelofelijk dat jij mij probeert te pushen tot een gesprek samen. De heer heeft mij ook verteld dat ik ziek thuis kan blijven tot het gesprek met de mediator heeft plaats gevonden omdat onze verhoudingen op dit moment te gestoord zijn. Ik heb gebeld naar zorg van de zak.. dat moet jij ook maar doen om je eens te laten voorlichten. Ik hoor graag van je wanneer ons gesprek met de mediator zal plaats vinden tot tijd blijf ik ziek thuis.’
‘U heeft op 8 dec 2019 een officiële waarschuwing gehad. Hierna heb ik u op 9 dec 2019 gevraagd om hierover met elkaar in gesprek te gaan. Echter heeft u mijn aanbod voor een gesprek afgewezen en zich ziekgemeld. U bent op 24 dec 2019 naar de bedrijfsarts gegaan. De bedrijfsarts heeft schriftelijk aangegeven dat u 100% gezond bent, waardoor wij genoodzaakt zijn om u bij de zorgverzekeraar beter te melden. Naar aanleiding van de brief van de bedrijfsarts heb ik u op 2 jan 2020 wederom aangeboden om met elkaar in gesprek te gaan. Dit wilde ik heel graag doen voordat u met het werk volgende week op woensdag 8 jan 2020 begint. U heeft helaas dit gesprek afgewezen. Ik heb als werkgever recht om wanneer ik voor het vorderen van het werk op de werkvloer nodig vind in gesprek met mijn werknemer te gaan. Dit recht wordt door u van mij ontnomen waardoor geen communicatie tussen ons mogelijk wordt. Dit moet u niet doen. Deze formele waarschuwing ontvangt u omdat:
3.Het verzoek
€ 3.153,37 bruto;
€ 2.826,91 bruto inclusief vakantiegeld, te vermeerderen met een toeslag van 9,6% ter zake van de vakantiedagen, zijnde een bedrag van € 271,38 bruto;
4.Het verweer
5.De beoordeling
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht, is dus als zodanig al ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, moet het verzoek van [werkneemster] om toekenning van een billijke vergoeding dan ook worden toegewezen.
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.
€ 3.153,37 bruto te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot aan de dag van de gehele betaling.
€ 3.098,29 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd.