Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij, op of omstreeks 9 oktober 2019 te Watergang, gemeente Waterland, tezamen en in
vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten (in totaal) 732 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 9 oktober 2019 te Watergang,
gemeente Waterland met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres 2] een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 732, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 9 oktober 2019 te Watergang, gemeente Waterland, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen;
hij, in of omstreeks de periode 15 maart 2019 tot en met 9 oktober 2019 te Watergang, gemeente Waterland, (een hoeveelheid) water, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen water onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
3
hij, in of omstreeks de periode 17 maart 2019 tot en met 9 oktober 2019 te Watergang, gemeente Waterland, (een hoeveelheid) elektriciteit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen elektriciteit onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
2. Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet blijkt van enig feit of omstandigheid dat de verdachte betrokken was bij de hennepkwekerij. Het enkele feit dat de verdachte een onverifieerbare verklaring heeft afgelegd is voor het aannemen voor betrokkenheid bij die hennepkwekerij niet voldoende, laat staan voor de vaststelling dat er bij die hennepkwekerij sprake was van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en mededaders. De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 1 primair tenlastegelegde.