ECLI:NL:RBNHO:2020:6947
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van actrice: winst uit onderneming of loon uit dienstbetrekking?
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een actrice, en de inspecteur van de Belastingdienst over de kwalificatie van haar inkomsten uit 2014. Eiseres stelde dat haar inkomsten als actrice moesten worden aangemerkt als winst uit onderneming op basis van het gelijkheidsbeginsel. De inspecteur had echter deze inkomsten gekwalificeerd als loon uit dienstbetrekking en een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend op een belastbaar inkomen van € 13.620. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar.
Tijdens de zitting op 7 juli 2020 heeft eiseres haar standpunt toegelicht en bewijsstukken overgelegd ter onderbouwing van haar claim dat haar inkomsten als winst uit onderneming moeten worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet aan haar bewijslast had voldaan. De rechtbank stelde vast dat voor een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel vereist is dat er sprake is van ongelijke behandeling van gelijke gevallen zonder objectieve rechtvaardiging. Eiseres had niet aangetoond dat er in vergelijkbare gevallen een juiste wetstoepassing achterwege was gebleven.
De rechtbank concludeerde dat de door eiseres overgelegde bewijsstukken te globaal waren en niet voldoende bewijs boden voor haar stelling. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de aanslag van de inspecteur in stand blijft. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, en is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.