Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[toevoegingsnr.: 4NO3847]
P. Jong Export en Groothandel van Bloemen B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“
Opbouwschema: Volledig werkhervatting lukt nog niet, tot 19 maart halve dagen hanteren. Per 20 maart volledig hervatten in eigen werk.”
“
Re-integratie advies: Medewerker is het niet eens met de passendheid van het door de werkgever geboden werk. Hem is geadviseerd om een deskundigenoordeel bij het UWV aan te vragen. Hij deelde ons mede dat hij dat reeds heeft gedaan.Opbouwschema: Mag hele dagen in aangepast eigen of passend ander werk hervatten. Er is nu geen objectieve beperking vast te stellen waarom hij niet in tenminste passend ander werk of aangepast eigen werk heeft hervat.”
“
Reden overdracht: zieke WWer.(…)Maatgevende functie: bloembollen sorteren, u/wDienstverband van tot bij HULSTArbeidspatroon: 55 uur p/w – 6 dagen, niet in ploegendienst(…)Belastbaarheid:niet belastbaar voor maatgevende functie, wel RI doch rug-sparende arbeid.”
3.De vordering
4.Het verweer
Subsidiair voert Jong het volgende aan. Jong heeft geen loon betaald over de periode van 21 maart 2019 tot en met 25 maart 2019 en van 30 maart 2019 tot en met 25 mei 2019. Jong heeft dit gedaan omdat [eiser] heeft geweigerd iedere vorm en mate van arbeid te verrichten, terwijl hij daartoe door de bedrijfsarts wel in staat is geacht. Jong betwist verder de hoogte van het door [eiser] gevorderde bedrag en de hoogte van het uurloon.
Ten aanzien van de gevorderde vakantiedagen stelt Jong zich op het standpunt dat vakantiedagen niet worden opgebouwd over de periode waarover geen recht op loon bestaat. De aanspraak van [eiser] kan volgens Jong niet meer zijn dan 33,50 verlofuren, hetgeen gelijk staat met een bedrag van € 355,44 bruto. Jong beroept zich ter zake op verrekening.
5.De beoordeling
Vakantiedagen