ECLI:NL:RBNHO:2020:6652
Rechtbank Noord-Holland
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bijstandsuitkering tijdens coronamaatregelen
Op 2 september 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van [oppposante] en [opposant] tegen een eerdere uitspraak van 4 juni 2020, waarin hun beroep tegen de beslissing op bezwaar van de gemeente Purmerend niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank had in die eerdere uitspraak geoordeeld dat de appellanten niet binnen de gestelde termijn gronden van hun beroep hadden ingediend, ondanks een herstelmogelijkheid die hen was geboden.
In de verzetzaak werd door de gemachtigde van de appellanten aangevoerd dat hij de brief van de rechtbank, waarin de niet-ontvankelijkheid werd medegedeeld, niet had ontvangen. Deze brief was op 17 maart 2020 bezorgd, in de eerste week van de landelijke coronamaatregelen, wat leidde tot verstoringen in de postverwerking en de werking van advocatenkantoren. De verzetrechter oordeelde dat de rechtbank onvoldoende rekening had gehouden met de bijzondere omstandigheden van de coronacrisis en de mogelijke gevolgen daarvan voor de ontvangst van post.
De verzetrechter concludeerde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was en dat de zaak zonder zitting was afgedaan. Het verzet werd gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke zaak wordt hervat. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de appellanten, vastgesteld op € 525,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, rechter, in aanwezigheid van griffier E.A.D. Horn.