ECLI:NL:RBNHO:2020:6478
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde WOZ-waarde van een woning. Eiseres, de eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van Cocensus vastgestelde waarde van € 1.391.000 voor het kalenderjaar 2019. Eiseres stelde dat de waarde te hoog was en dat de woning op de waardepeildatum, 1 januari 2018, niet meer dan € 1.342.000 waard zou zijn, gebaseerd op haar eigen verkoopcijfer van € 1.525.000, dat zij op 10 november 2018 had gerealiseerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld, door het eigen verkoopcijfer te corrigeren naar de waardepeildatum. Eiseres heeft niet kunnen onderbouwen dat de vastgestelde waarde niet marktconform is, en de rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige kamer, en de rechter heeft aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.