ECLI:NL:RBNHO:2020:6263
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van loonvordering wegens verkeerde partij gedagvaard
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. S.K. Tuithof, op 6 september 2019 een loonvordering ingesteld tegen gedaagde, die werd bijgestaan door mr. C.D. van den Berg en mr. B.M. Mendel. Eiseres vorderde een totaalbedrag van € 70.348,13, inclusief loon, vakantiegeld, niet genoten vakantiedagen, wettelijke verhoging en incassokosten. Eiseres stelde dat zij van 1 juli 2016 tot en met mei 2018 bij Harlem Athletics B.V. had gewerkt, maar dat er geen arbeidsovereenkomst was vastgelegd en dat zij geen loon had ontvangen. Gedaagde, als bestuurder van de inmiddels ontbonden vennootschap, werd door eiseres aangesproken voor deze vordering.
Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat eiseres de verkeerde partij had gedagvaard, aangezien hij niet de bestuurder was van Harlem Athletics, maar dat dit de vennootschap was waarvan hij bestuurder was. De kantonrechter oordeelde dat eiseres niet-ontvankelijk was in haar vordering, omdat zij de verkeerde partij had gedagvaard. De kantonrechter benadrukte dat eiseres, bijgestaan door een professionele gemachtigde, had kunnen weten dat gedaagde niet de juiste partij was. De rechter verklaarde dat het indirecte bestuurderschap van gedaagde niet voldoende was om hem als aanspreekbare partij te beschouwen.
De proceskosten werden toegewezen aan gedaagde, en eiseres werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, inclusief een nasalaris. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W. Aardenburg, kantonrechter, op 12 augustus 2020.