6.3Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, en de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft ruim 20 kilo heroïne aanwezig gehad. Harddrugs vormen een bedreiging voor de volksgezondheid. Gelet op de aangetroffen hoeveelheid in de woning is er sprake van een zogenaamde handelsindicatie. De verspreiding van en handel in heroïne gaat veelal gepaard met andere vormen van criminaliteit, terwijl ook het gebruik ervan gepaard gaat met door gebruikers gepleegde strafbare feiten ter financiering van hun behoefte aan deze stof, hetgeen overlast voor de samenleving met zich mee brengt. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. Het wapen was geladen en derhalve gereed voor gebruik. Dit levert een ernstig feit op nu ongecontroleerd wapenbezit onaanvaardbare risico’s en gevoelens van onveiligheid in de samenleving met zich mee brengt. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op
-het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 12 juni 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eenmaal eerder is veroordeeld voor overtreding van de Wet wapens en munitie.
-het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 14 juli 2020 van [reclasseringsmedewerker] als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast acht de rechtbank verplicht contact met Reclassering Nederland noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden. De overige door de reclassering geadviseerde voorwaarden zijn van zodanige onbepaaldheid dat de rechtbank deze niet zal overnemen.
7. Beslissingen met betrekking tot in beslag genomen, niet teruggegeven goederen
Bij gelegenheid van het onderzoek naar de door verdachte begane feiten zijn onder andere aangetroffen en in beslaggenomen 42 pakken heroïne, een drukpers , een wapen en € 635,-.
Onttrekken aan het verkeer (artikel 36c wetboek van strafrecht)
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst te weten:
- 1 STK Wapen (goednummer 1134384)
- 42 PAK Heroïne (goednummer 1134391)
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan. De rechtbank acht het ongecontroleerde bezit van voormelde voorwerpen in strijd met de wet en het algemeen belang.
Onttrekken aan het verweer (artikel 36d wetboek van strafrecht)
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten
-1 STK Drukpers (1134385)
dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp behoort verdachte toe en is aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit. Dit voorwerp kan dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. De rechtbank acht het ongecontroleerde bezit van voormeld voorwerp in strijd met de wet en het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten € 635,-, dient te worden teruggegeven aan verdachte.