ECLI:NL:RBNHO:2020:5954

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 augustus 2020
Publicatiedatum
5 augustus 2020
Zaaknummer
7924332 \ CV FORM 19-10446
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht EZY2729 door Easyjet

In deze zaak hebben de passagiers een verzoek ingediend tegen Easyjet Airline Company Limited vanwege een vertraging van meer dan drie uur van vlucht EZY2729 van Milaan naar Amsterdam op 21 juli 2017. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagiers stelden dat Easyjet hen € 1.500,00 verschuldigd was, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Easyjet betwistte de verschuldigdheid van de compensatie en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden in Manchester die de vluchtverloop beïnvloedden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen. Na beoordeling van het verweer van Easyjet concludeerde de kantonrechter dat Easyjet onvoldoende bewijs had geleverd dat de vertraging was veroorzaakt door omstandigheden waar zij geen invloed op had. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers recht hadden op de gevorderde compensatie van € 1.500,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 juli 2019. De proceskosten werden eveneens toegewezen aan de passagiers, terwijl het verzoek om buitengerechtelijke kosten werd afgewezen omdat dit niet expliciet was verzocht in het vorderingsformulier.

De beslissing werd genomen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter, en er staat geen hoger beroep open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7924332 \ CV FORM 19-10446
Uitspraakdatum: 12 augustus 2020
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[passagier sub 1]

wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]

wonende te [woonplaats]

3. [passagier sub 3]

wonende te [woonplaats]

4. [passagier sub 4]

wonende te [woonplaats]

5. [passagier sub 5]

wonende te [woonplaats]

6. [passagier sub 6]

wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. M.L. Nijman
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
easyJet Airline Company Limited
gevestigd te Bedfordshire (Verenigd Koninkrijk)
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: J. Kumar

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 22 juli 2019;
  • het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 25 september 2019;
  • de reactie op het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 28 november 2019.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers diende te vervoeren van Milaan naar Amsterdam op 21 juli 2017 met vluchtnummer EZY2729, hierna: de vlucht.
2.2.
De geplande vertrektijd van de vlucht was om 18:30 uur lokale tijd (16:30 UTC) en de geplande aankomsttijd was om 20:20 uur lokale tijd (18:20 UTC). De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek

3.1.
De passagiers verzoeken Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 1.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling door Easyjet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de verschuldigdheid van het verzochte. Zij voert, onder meer, het volgende aan. De vlucht werd uitgevoerd door een Airbus 320 met staartregistratie G-EZOC (hierna: het toestel). Voorafgaand aan de vlucht was het toestel ingepland om vlucht EZY2921 uit te voeren van Milaan naar Manchester met geplande vertrektijd 11:00 UTC en geplande aankomsttijd 13:10 UTC en vervolgens vlucht EZY2922 van Manchester naar Milaan met geplande vertrektijd 13:40 UTC en geplande aankomsttijd om 15:55 UTC. Het toestel was gereed om te vertrekken om 11:00 UTC, maar kreeg twee keer een nieuwe Calculated time of Take-off (CTOT), waardoor vlucht EZY2921 uiteindelijk is opgestegen om 11:50 UTC. Vlucht EZY2921 is om 14:07 UTC geland te Manchester met een vertraging van 57 minuten. Vlucht EZY2922 (Manchester-Milaan) had 58 minuten (vertrek)vertraging wegens de vertraagde aankomst van de voorgaande vlucht en daarnaast 1 uur en 1 minuut vertraging wegens ATC-restricties. Ten slotte werd de ‘inbound’ vlucht (de kantonrechter leest: de vlucht in kwestie) ook onderworpen aan ATC CTOT slottijden. Deze vlucht mocht niet eerder dan om 20:02 UTC opstijgen en arriveerde deze in Amsterdam om 21:21 UTC met een vertraging van 3 uur en 1 minuut. De reden van het opleggen van ATC slottijden was volgens Easyjet gelegen in de weersomstandigheden in Manchester. Volgens Easyjet zou het toestel om 13:10 UTC in Manchester landen en was er rond dit tijdstip sprake van ‘towering cumulonimbus’. Volgens Easyjet zijn dit wolken waarin storm wordt gevormd en is het erg gevaarlijk om hierdoor heen te vliegen. Volgens Easyjet waren er geen redelijke maatregelen die de vertraging konden voorkomen of beperken.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
5.2.
Naar aanleiding van het verweer van Easyjet hebben de passagiers het verzoek verder onderbouwd. Daarbij zijn zij ingegaan op het verweer van Easyjet. Volgens de passagiers blijkt uit de producties bij het verweer van Easyjet dat de vluchten zijn geconfronteerd met een latere vertrektijd, maar niet dat de restricties zijn opgelegd door de luchtverkeersleiding. Voorts heeft Easyjet volgens de passagiers onvoldoende onderbouwd dat sprake was van slechte weersomstandigheden, dat de ATC slottijden zijn opgelegd vanwege deze omstandigheden en dat deze weersomstandigheden de vlucht in kwestie hebben verhinderd.
5.3.
Easyjet heeft niet meer gereageerd op de nadere stellingen van de passagiers en daar dus ook geen verweer tegen aangevoerd. Het had echter op de weg van Easyjet gelegen om nader te onderbouwen dat er door de luchtverkeersleiding aan vlucht EZY2921 nieuwe CTOT’S van de luchtverkeersleiding heeft gekregen en dat de oorzaak daarvan was gelegen in (ATC-restricties vanwege) slechte weersomstandigheden. Dit blijkt niet uit productie 3 (‘actual flight info’) waarnaar Easyjet in dit verband heeft verwezen. Het veld ‘delay remarks’ in deze productie is leeg en de ‘delay code’ (81) in de ‘flight leg information’ heeft Easyjet niet toegelicht. In deze productie wordt verder geen melding gemaakt van een of meerdere nieuwe CTOT’s van de luchtverkeersleiding of van slechte weersomstandigheden, nog daargelaten dat het niet aan de kantonrechter is om in de producties op zoek te gaan naar feiten waar een partij zich mogelijk op wil beroepen (zie ECLI:NL:HR:2017:404). Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Easyjet al met al onvoldoende aangetoond dat de vertraging van vlucht EZY2921 is veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid waar Easyjet geen daadwerkelijke invloed op kon uitoefenen. Gelet hierop kan van doorwerking geen sprake zijn. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal, gelet op de duur van de vertraging van de vlucht, worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
5.4.
De passagiers hebben in het vorderingsformulier geen verzoek opgenomen tot betaling van buitengerechtelijke kosten en/of nakosten. Het vermelden van deze kosten in de bijlage bij het vorderingsformulier kan niet worden opgevat als een dergelijk verzoek. De kantonrechter ziet daarom geen aanleiding buitengerechtelijke kosten en/of nakosten toe te wijzen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet omdat deze ongelijk krijgt. De verzochte rente over de toe te wijzen proceskosten is niet toewijsbaar met ingang van 4 juli 2019 omdat Easyjet ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat aan de eisen van art. 6:119 BW niet is voldaan. De gevorderde rente over de proceskosten is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
5.6.
Op verzoek van de passagiers zal een certificaat als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen in de Engelse taal aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagiers van € 1.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 4 juli 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op € 231,00 aan griffierecht en € 360,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. L.M. de Vries, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open