Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] ,
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft sinds 29 maart 2018 inkomsten voor haar functie als raadslid. In eerste instantie ontving eiseres een bedrag van € 396,33 per maand als raadsvergoeding. Bij Circulaire 2019 (onkosten)vergoeding voor politiek ambtsdragers van gemeenten, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zijn de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor raadsleden met terugwerkende kracht per 29 maart 2018 verhoogd. In het geval van eiseres werd de raadsvergoeding verhoogd naar € 958,91 per maand en per 1 januari 2019 naar € 990,55. Hierdoor heeft eiseres achteraf meer inkomen gehad, dan waar rekening mee was gehouden bij het verstrekken van het voorschot op de IVA-uitkering.