In deze zaak heeft eiseres, wonende te Noord-Scharwoude, een vordering ingesteld tegen de stichting Habion, gevestigd te Utrecht, met betrekking tot de afrekening van servicekosten over de jaren 2014 en 2015. Eiseres had eerder een procedure aanhangig gemaakt bij de Huurcommissie, maar de uitspraak van de Huurcommissie vermeldde abusievelijk Van der Linden als verhuurder in plaats van Habion. Eiseres heeft de Huurcommissie verzocht om rectificatie van deze uitspraak, maar de Huurcommissie heeft enkel de fout hersteld zonder een nieuwe uitspraak te doen. Eiseres heeft vervolgens een vordering ingesteld bij de Rechtbank Noord-Holland, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vordering omdat zij de termijn van acht weken, zoals bepaald in artikel 7:262 lid 1 BW, heeft overschreden. De kantonrechter oordeelt dat de fout in de uitspraak van de Huurcommissie kenbaar was voor eiseres en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de termijnoverschrijding rechtvaardigen. De proceskosten worden toegewezen aan Habion, aangezien eiseres ongelijk krijgt.