Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juli 2020 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Zij kan haar eigen werk niet verrichten vanwege psychische en fysieke klachten.
Rechtbank Noord-Holland
Op 3 juli 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiseres, die gemiddeld 20 uur per week werkte, had zich op 21 december 2018 ziekgemeld en ontving een ZW-uitkering. Na twee onderzoeken door een arts van verweerder, concludeerde deze dat eiseres met ingang van 30 mei 2019 arbeidsgeschikt was. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. Hierop heeft zij beroep ingesteld bij de rechtbank.
In haar beroep voerde eiseres aan dat zij door psychische en fysieke klachten niet in staat was haar eigen werk te verrichten. Ze had ernstige angst- en paniekaanvallen en was onder behandeling bij GGZ. Eiseres betwistte de conclusies van de artsen van verweerder en stelde dat het besluit niet zorgvuldig was voorbereid. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapportages van de artsen van verweerder volledig en juist waren. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de arbeidsgeschiktheid van eiseres.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd niet in het openbaar gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.