ECLI:NL:RBNHO:2020:4412
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van een actrice met betrekking tot het gelijkheidsbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een actrice, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd gekregen voor het jaar 2014, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 22.306. Eiseres heeft tegen deze aanslag bezwaar gemaakt, maar de inspecteur handhaafde de aanslag. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank, waarin zij aanvoert dat de looninkomsten op grond van het gelijkheidsbeginsel als winst uit onderneming moeten worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inkomsten op basis van het gelijkheidsbeginsel als winst uit onderneming moeten worden gekwalificeerd. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres, waaronder de stelling dat in vergelijkbare gevallen andere belastingplichtigen wel als winst uit onderneming zijn aangemerkt, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft verwezen naar eerdere uitspraken van het gerechtshof Amsterdam en heeft geconcludeerd dat eiseres niet heeft aangetoond dat in de meerderheid van de vergelijkbare gevallen een juiste wetstoepassing is achterwege gebleven.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B. van Walderveen, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Anema, griffier. De beslissing is gedaan op 30 juni 2020, en als gevolg van de coronamaatregelen is deze uitspraak niet op een openbare zitting uitgesproken. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.