ECLI:NL:RBNHO:2020:4197

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 april 2020
Publicatiedatum
8 juni 2020
Zaaknummer
8129684 \ CV EXPL 19-16644
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van passagiers tegen luchtvaartmaatschappij EasyJet wegens compensatie bij vertraging

In deze zaak hebben een groep passagiers een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij EasyJet vanwege compensatie voor een vertraagde vlucht. De passagiers hebben hun vordering op 16 oktober 2019 bij dagvaarding ingediend, maar EasyJet heeft niet tijdig geantwoord. De passagiers vorderen een bedrag van € 2.000,- per persoon, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. EasyJet heeft de vordering niet weersproken, waardoor de kantonrechter de niet betwiste vordering van de passagiers toewijst, met uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelt dat de passagiers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de gevorderde incassokosten gerechtvaardigd zijn, en wijst deze vordering af.

De proceskosten worden toegewezen aan de passagiers, aangezien EasyJet ongelijk krijgt. De kantonrechter veroordeelt EasyJet tot betaling van het gevorderde bedrag van € 2.000,- per passagier, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten die aan de kant van de passagiers zijn gemaakt. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter W. Aardenburg op de openbare terechtzitting van 22 april 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8129684 \ CV EXPL 19-16644
Uitspraakdatum: 22 april 2020
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2. [passagier sub 2]wonende te [woonplaats]
3. [passagier sub 3]wonende te [woonplaats]
4. [passagier sub 4]wonende te [woonplaats]
5. [passagier sub 5]wonende te [woonplaats]
6. [passagier sub 6]wonende te [woonplaats]
7. [passagier sub 7]wonende te [woonplaats]
8. [passagier sub 8]wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde Webcasso B.V.
tegen
De vennootschap naar buitenlands recht EasyJet
te Luton, mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen EasyJet

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 16 oktober 2019 een vordering tegen EasyJet ingesteld. EasyJet heeft niet tijdig geantwoord.

2.De vordering

2.1.
De passagiers vorderen dat EasyJet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 2.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,- aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten.
2.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De passagiers stellen dat EasyJet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,- per passagier.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
3.2.
Easyjet heeft, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de vordering niet weersproken. De niet betwiste vordering van de passagiers zal dan ook worden toegewezen, behoudens het navolgende.
3.3.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten en de daarover gevorderde rente moet daarom worden afgewezen.
3.4.
De proceskosten komen voor rekening van EasyJet, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de passagiers worden gemaakt.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt EasyJet tot betaling aan de passagiers van € 2.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 juni 2018, tot aan de dag van voldoening van (de deelbetalingen van) dit bedrag;
4.2.
veroordeelt EasyJet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 104,39
griffierecht € 231,00
salaris gemachtigde € 180,00
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter