In deze zaak heeft Liander N.V. een vordering ingesteld tegen Darico Infratechniek B.V. wegens schade aan een middenspanningskabel die is ontstaan tijdens werkzaamheden aan de Houtveldweg te Zaandam. De schade is ontstaan op 24 april 2017, toen Darico, die de opdracht had gekregen om mechanische werkzaamheden uit te voeren, per abuis een KPN-kabel heeft doorgezaagd. Liander vordert een schadevergoeding van € 3.621,54, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, omdat zij van mening is dat Darico onrechtmatig heeft gehandeld door onvoldoende beschermende maatregelen te nemen.
Darico betwist de vordering en stelt dat zij er alles aan heeft gedaan om de schade te voorkomen. Volgens Darico was de middenspanningskabel dieper gelegen dan de KPN-kabel en was het niet mogelijk om de schade te voorkomen. De kantonrechter heeft de zorgplicht van Darico beoordeeld aan de hand van de Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) en de Richtlijn Zorgvuldig Graafproces. De kantonrechter oordeelt dat Darico niet voldoende zorg heeft gedragen voor het lokaliseren van de kabels en dat zij aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Liander recht heeft op vergoeding van de herstelkosten, die door Darico niet gemotiveerd zijn bestreden. De gevorderde kosten voor de vaststelling van schade zijn ook toegewezen, evenals de proceskosten. De kantonrechter heeft Darico veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de vordering voor het overige afgewezen. Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en openbaar uitgesproken op 9 april 2020.