Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Hordijk Verpakkingsindustrie Zaandam B.V.
Rechtbank Noord-Holland
In deze arbeidszaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 januari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Hordijk Verpakkingsindustrie Zaandam B.V. De werknemer had een vordering ingesteld tegen zijn werkgever, waarin hij betaling van zijn salaris eiste vanaf 1 oktober 2017, na een loonstop die door de werkgever was opgelegd. De werkgever had de loonbetaling stopgezet op grond van de stelling dat de werknemer zijn re-integratieverplichtingen niet was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de werknemer in de periode van 1 oktober 2017 tot 1 oktober 2018 wegens ziekte ongeschikt was voor het verrichten van zijn werk en dat hij recht had op doorbetaling van zijn loon op basis van artikel 7:629 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter concludeerde dat de loonstop op 16 oktober 2017 terecht was, omdat de werknemer niet had voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen. Echter, de loonstop op 13 februari 2018 werd onterecht geacht, omdat het aangeboden werk niet passend was voor de werknemer. De kantonrechter heeft de vordering van de werknemer gedeeltelijk toegewezen, waarbij de werkgever werd veroordeeld tot betaling van achterstallig salaris en wettelijke rente, maar de gevorderde wettelijke verhoging werd gematigd tot nihil. De proceskosten werden door beide partijen gedragen, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.