ECLI:NL:RBNHO:2020:3223

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 maart 2020
Publicatiedatum
29 april 2020
Zaaknummer
7803854 CV EXPL 19-7452
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartmaatschappij na blikseminslag en vertraging van vlucht

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een buitenlandse rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen TUI Airlines Nederland B.V. wegens compensatie voor vertraging van een vlucht. De passagiers, die een vervoersovereenkomst met TUI hadden gesloten, arriveerden met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming Las Palmas. Airhelp vorderde compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij vertragingen. TUI betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een blikseminslag tijdens de voorafgaande vlucht, die een verplichte inspectie van het toestel vereiste. De kantonrechter oordeelde dat TUI voldoende maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken en dat de blikseminslag een buitengewone omstandigheid vormde. Hierdoor was TUI niet verplicht tot compensatie. De vordering van Airhelp werd afgewezen en Airhelp werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7803854 \ CV EXPL 19-7452
Uitspraakdatum: 25 maart 2020
Vonnis in de zaak van:
de buitenlandse rechtspersoon
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen: Airhelp
gemachtigde: mr. H. Yildiz
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TUI Airlines Nederland B.V.
gevestigd te Rijswijk
gedaagde
hierna te noemen: TUI
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 10 april 2019 een vordering tegen TUI ingesteld. TUI heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] , hierna: de passagiers, hebben met TUI een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan TUI de passagiers op 5 januari 2018 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Las Palmas (Spanje) met vlucht OR569, hierna: de vlucht.
2.2.
Volgens de overeenkomst zou vlucht OR569 om 16.55 uur lokale tijd (15.55 uur UTC) vertrekken vanuit Amsterdam-Schiphol en om 21.00 uur lokale tijd (21.00 uur UTC) arriveren in Las Palmas. De vlucht is met een vertraging van meer dan drie uur uitgevoerd.
2.3.
De passagiers hebben hun vorderingsrecht overgedragen aan Airhelp.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van TUI gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
TUI heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat TUI bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat TUI vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
TUI betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat het toestel tijdens de uitvoering van de voorafgaande vlucht van Burgas (Bulgarije) naar Amsterdam-Schiphol kort voor de landing is getroffen door bliksem. Doorgaans veroorzaakt een blikseminslag geen schade aan het toestel. De romp van een toestel is zo ontworpen dat het de meeste “lightning strikes” kan weerstaan. Desalniettemin diende er een verplichte “lightning strike inspection” van het toestel plaats te vinden om zeker te stellen dat alle “entry” en “exit” punten gevonden waren. TUI heeft na de landing van het toestel op Amsterdam-Schiphol direct engineers van haarzelf en van KLM ingeschakeld om de inspectie uit te voeren. Tijdens de inspectie hebben de engineers op verschillende punten schade geconstateerd. Aan de hand van het “Structural Repair Manual” (“SRM”) van Boeing diende vervolgens vastgesteld te worden of de schade binnen de aldaar genoemde limieten viel. Uit het onderzoek aan de hand van het SRM bleek dat de schade binnen de limieten viel, althans mocht er na tijdelijke reparaties, weer met het toestel worden gevlogen. Het toestel is uiteindelijk met een vertraging van 3 uur en 22 minuten in Las Palmas gearriveerd.
4.2.
TUI betwist voorts buitengerechtelijk kosten en wettelijke rente verschuldigd te zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat de passagiers met een vertraging van méér dan drie uur zijn aangekomen op hun eindbestemming Las Palmas. Gelet hierop is TUI in beginsel compensatie verschuldigd, tenzij TUI kan aantonen dat de vertraging is veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen, in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Ten aanzien van het beroep van TUI op de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden geldt het volgende. Ingevolge de punten 14 en 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich met name kunnen voordoen in gevallen van politieke onstabiliteit, weersomstandigheden die de uitvoering van de vlucht in kwestie verhinderen, beveiligingsproblemen, onverwachte vliegveiligheidsproblemen, stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering en wanneer er sprake is van een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag waardoor een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig wordt veroorzaakt.
5.4.
TUI meent geen compensatie verschuldigd te zijn, nu het toestel waarmee de vlucht in kwestie werd uitgevoerd op de direct voorafgaande vlucht is getroffen door bliksem. Zij licht toe dat voorafgaand aan de onderhavige vlucht het toestel een vlucht van Burgas naar Amsterdam heeft uitgevoerd. Blijkens het “Aircraft Flight Log” (productie 2 bij antwoord) is het toestel op 5 januari 2018 om 11:11 uur UTC vertrokken vanuit Burgas en op 5 januari 2018 om 14:48 uur UTC op Amsterdam-Schiphol gearriveerd. Het toestel is kort voor de landing getroffen door bliksem, aldus TUI.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende gebleken dat het toestel voorafgaand aan de onderhavige vlucht is getroffen door bliksem, waarna een verplichte inspectie van het toestel heeft plaatsgevonden. Dit blijkt immers uit de eerder aangehaalde “Aircraft Flight Log”, waarin is vermeld dat de bliksem is ingeslagen aan de linkerkant van het toestel en dat er op 5 januari 2018 een inspectie is uitgevoerd die om 17:00 uur UTC is afgetekend. Een blikseminslag betreft een van buiten komende oorzaak waarna een veiligheidsinspectie moet plaatsvinden. Deze gebeurtenissen zijn niet inherent aan de normale uitoefening van de activiteit van de luchtvaartmaatschappij en levert in de onderhavige zaak dan ook een buitengewone omstandigheid op die doorwerkt op de vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Las Palmas. Dat het toestel op de voorafgaande vlucht is getroffen door bliksem verandert de zaak niet, nu het toestel niet door de weersomstandigheden, maar door de inspectie (en de daarop volgende reparatie van de schade) de vlucht naar Las Palmas niet volgens de planning kon uitvoeren.
5.6.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is of TUI alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de vlucht als gevolg van de buitengewone omstandigheid kon voorkomen dan wel beperken. TUI heeft in dat kader aangevoerd dat zij de blikseminslag niet kon voorkomen, nu een piloot dat niet ziet aankomen. Geconfronteerd met de omstandigheden heeft TUI direct engineers van haarzelf en van KLM ingeschakeld om zo snel als mogelijk de verplichte inspectie en reparaties uit te voeren. De vertrekvertraging van het toestel is daarmee beperkt gebleken tot drie uur en 56 minuten. Doordat het toestel de vertraging onderweg nog iets is ingelopen, is het toestel uiteindelijk met een vertraging van drie uur en 22 minuten in Las Palmas gearriveerd. Airhelp heeft dat onweersproken gelaten. De kantonrechter overweegt dat niet gebleken is dat TUI in alle redelijkheid nog andere maatregelen had kunnen nemen om de vertraging van de vlucht te beperken. De vordering van Airhelp zal dan ook worden afgewezen. De overige verweren behoeven geen bespreking meer.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TUI worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van TUI.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter