Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
[passagier sub 2],
[passagier sub 3],
[passagier sub 4],
[passagier sub 5],
[passagier sub 6]
[passagier sub 7]
[passagier sub 8]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 1 april 2019;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 27 juni 2019;
- akte aan de zijde van de passagiers, ingekomen ter griffie op 10 september 2019;
- schriftelijke reactie aan de zijde van de passagiers, ingekomen ter griffie op 30 augustus 2019;
- schriftelijke reactie aan de zijde van TAP, ingekomen ter griffie op 23 oktober 2019.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- € 449,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 10 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Omdat het gevorderde bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten is eveneens toewijsbaar, met dien verstande dat deze wordt toegewezen vanaf de datum van indiening van het A-formulier, nu niet is gesteld of gebleken op welke datum deze kosten verschuldigd zijn geworden.