ECLI:NL:RBNHO:2020:2790
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening bijstandsuitkering op basis van kostendelersnorm en ziektekostenpremie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 9 maart 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. Eiseres ontving bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) sinds december 2010 en de hoogte van haar uitkering werd berekend naar de kostendelersnorm, aangezien zij samenwoont met twee volwassen kinderen. In april 2019 heeft verweerder het recht op uitkering van eiseres ingetrokken per 1 januari 2018, omdat eiseres de ontvangen uitkering niet gebruikte voor haar levensonderhoud, maar deze spaarde. Na bezwaar heeft verweerder het primaire besluit herroepen en de bijstand herzien over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 januari 2019, waarbij de uitkering werd verlaagd met het bedrag van de door een van haar zoons betaalde ziektekostenpremie.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar is niet verschenen op de zitting. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. De rechtbank overweegt dat de verlaging van de bijstandsuitkering op basis van artikel 18, eerste lid, van de Pw terecht is, en dat de betalingen van de ziektekostenpremie door de zoon van eiseres als een substantiële besparing voor eiseres worden beschouwd. De rechtbank oordeelt dat de argumenten van eiseres niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.