ECLI:NL:RBNHO:2020:2752
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete opgelegd wegens overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet na arbeidsongeval met letsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 10 april 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres, een onderneming, kreeg een boete opgelegd van € 37.500,- wegens overtreding van artikel 7.4, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit en artikel 9, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. De boete was het gevolg van een arbeidsongeval op 5 februari 2018, waarbij een werknemer, [naam 2], letsel opliep doordat hij door een touw werd geraakt dat werd gebruikt om een omgezaagde boom uit het water te trekken. Eiseres had het ongeval niet tijdig gemeld bij de Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, wat ook bijdroeg aan de boete.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, omdat de opgelegde boete te hoog was vastgesteld. De rechtbank oordeelde dat de boete van € 37.500,- niet in stand kon blijven en heeft deze gematigd naar € 15.000,-. De rechtbank overwoog dat de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze was gepleegd, in aanmerking moesten worden genomen. Eiseres had voorzorgsmaatregelen genomen door twee werknemers toezicht te laten houden, en er was enige mate van onvoorzichtigheid aan de zijde van de werknemer die letsel had opgelopen. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht moest vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van eiseres werd veroordeeld.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen. De partijen zijn op de hoogte gesteld van de uitspraak en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.